Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Ligustrum

betekenis & definitie

LigustrumL. (Liguster) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Oleaceën. Het onderscheidt zich door een bekervormigen, 4-tandigen kelk, door eene trechtervormige bloemkroon met een 4-spletigen rand en 3-hoekige slippen, door 2 in de keel ingeplante meeldraden, door een 2-hokkig vruchtbeginsel, door een dikken, draadvormigen stamper met een iangwerpigen, 2-puntigen stempel, en door eene één- of tweehokkige bes met 1 tot 4 zaden. De gewone liguster (L. vulgare L.) is bij ons, maar meer nog in het zuiden van Eutropa te vinden. Deze heester wordt zelden hooger dan een paar Ned. el.

Zijne takken zijn grijs en hier en daar met kleine wratten bedekt, de tegenoverstaande bladeren kort gesteeld, lancetvormig , gaafrandig en lederachtig, en de bloemen tot eindstandige spiesen vereenigd. Deze laatsten zijn wit en hebben een eigenaardigen geur. De bessen zijn eerst groen en worden daarna zwart, en leveren eene donkerblaauwe verfstof. Te voren bereidde men van de bloemen eene zamentrekkende thee. Het hout is hard, taai en wit, en de twijgen zijn zeer geschikt voor vlechtwerk. Men ziet in bijgaande figuur in a een bloeijenden, en in b een vruchtdragenden tak, beide op ½ der natuurlijke grootte, en in c een stamper in den kelk, 4-maal vergroot.

< >