Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Legende

betekenis & definitie

Legende van het Latijnsche woord legenda (het te lezene) heette in de oude R. Katholieke Kerk een boek, hetwelk de afdeelingen bevatte, welke dagelijks bij de openbare godsdienstoefeningen werden voorgelezen. Voorts werden verhalen van de levens der Heiligen en martelaren met den naam van legenden bestempeld, omdat daaruit in de kloosters gedurende den maaltijd werd voorgelezen. Ook in de breviaria nam men zulke legenden op, om ze op de naamdagen der heiligen voor te dragen. Onder de middeneeuwsche verzamelingen van legenden werd vooral die van Jacobus a Voragine, aartsbisschop van Genua, in de 2de helft der 13de eeuw geleverd en onder den naam van „Legenda Aurea” of „Historia Lombardica (nieuwe druk 1845)” bekend, hoog gewaardeerd.

Het belangrijkste werk over de lotgevallen der heiligen hebben echter in de 17de en 18de eeuw de Bollandisten (zie aldaar) in hunne „Acta Sanctorum” geleverd. De wijze, waarop verbeelding, wondergeloof, kerkelijke dweeperij en somtijds vroom bedrog de geschiedkundige waarheid hebben verduisterd, alsmede die, waarop de legende uit troebele mondelijke overleveringen is voortgevloeid, heeft aanleiding gegeven, dat men in het algemeen aan de sage, bepaaldelijk op het gebied der kerkgeschiedenis, den naam van legende gegeven heeft, zoodat zij zich bepaaldelijk van de wereldlijke sage en van het sprookje onderscheidt. De legende heerscht niet alleen bij de Roomsch-, maar ook bij de Grieksch Katholieken en strekt zich uit tot aan de eerste dagen van het Christendom, daar zij Jezus, Maria, Johannes de Dooper, de Apostelen enz. omvat. Vooral echter maakte zij zich meester van de Moeder des Heeren en van zijne latere bloedgetuigen. Er ontstond eene verbazende menigte van wonderverhalen in dien tijd der middeneeuwen, toen de Maria- en heiligendienst het toppunt van bloei had bereikt.

In de middeneeuwen maakten vooral de dichters zich van de legende meester, en wij hebben uit de 11de en 12de eeuw: „Marienleben” van Werner, — „Gregorius” van Hartmann von der Aue, — „Die Kindheid Jesu” van Konrad von Fuszesbrunnen, — „Barlaam und Josaphat” en »Eustachius” van Rudolf von Ems, — „De heilige Georg” van Reinbot von Turne, — „Alexius” en „Silvester” van Konrad von Würzburg, — „Marter der heilige Martina” van Hug von Langenstein, — een „Passionale” van een onbekenden vervaardiger, enz. Daarenboven verschenen van de 14de tot de 16de eeuw tallooze legenden in rijm en in proza. Die bron hield echter grootendeels op te vloeijen bij het ontstaan der Hervorming. Later hebben vooral Herder en Kosegarten de kerkelijke legende in dichterlijke taal behandeld, — hetgeen meer in R. Katholieken geest geschied is door de dichters der Romantische school.

Ook in het Midden-Nederlandsch bestaan talrijke legenden, van welke sommige zeer oud zijn. Wij vermelden: „Sinte Brandaan”, door velen eene monniks-Odyssee genoemd, — „Van den levene ons Heeren”, de lotgevallen van Jezus bevattende, — ,,’t Boek van den Houte”, namelijk van den boom, waarvan het kruis van Christus gemaakt werd, — het fraaije gedicht: „Beatrys”, — „Het leven van den heiligen Franciscus van Assisi”, — „Theóphilus”. — „De legende van St. Servaas”, — „Het leven van St. Amand”, — „Het leven van St. Christina de Wonderbare”, — en „Patricius’ Vagevuur”. In nieuweren tijd zijn de kerkelijke legenden in Nederland vooral behandeld door Alberdingh Thijm. Dat de naam legende ook voor wereldlijke overleveringen gebezigd wordt, blijkt uit den titel: „Nederlandsche legenden”, door mr. J. van Lennep aan zijne dichterlijke geschiedverhalen gegeven.

Het woord legende beteekent in de penningkunde ook opschrift van een muntstuk. De oudste Grieksche en Romeinsche munten hebben geene legende of eene van enkele letters. Men vindt ze evenmin op de munten van Grieksche steden, daar deze voorzien zijn van bepaalde figuren, namelijk: die van Theben dragen een schild, die van Rhodus eene roos enz. De legende in enkele letters is doorgaans de verkorting van den naam eener stad. De oudste volledige legenden vindt men op de munten van Syracuse, Rhegium, Paestum en Messana. Gewoonlijk loopt zij van de linker naar de rechter zijde, doch men vindt ook het omgekeerde (scripta retrograda), en wél op munten van Groot-Griekenland, Etrurië en Ond-Spanje. Men vindt de legende somtijds op de vóór-, somtijds op de keerzijde; ook wel op beide zijden, hetzij op ieder eene afzonderlijke legende, hetzij ééne legende over de beide zijden verdeeld. Men heeft ze in den vorm van gewoon schrift, met onder elkaar geplaatste regels, of ook in dien van een rond of vierkant randschrift.