Leenaerds (Thomas) of Leonardi, een verdienstelijk godgeleerde, geboren te Maastricht in 1600, werd aldaar in 1616 Dominicaner monnik, oefende zich in de godgeleerdheid aan het collège van St. Thomas te Douai en werd er leeraar in de wijsbegeerte. In 1627 zond men hem naar het klooster te Leuven; hier werd hij eerst onderwijzer, in 1633 onderregent en in 1642 regent.
Deze betrekking nam hij nog 2-maal waar te Douai en 3-maal te Leuven, waar hij tevens, bevorderd werd tot doctor in de godgeleerdheid. Het provinciaal kapittel, aldaar in 1668 vergaderd, benoemde hem tot provinciaal, maar hij overleed reeds den 1sten April van dat jaar. Hij schreef: „Thesaurus gratiarum S. L. Rosarii (1640 en later bij herhaling)”, — „Christus crucifixus sive de perpetua cruce Jesu Christi (1648)”, — „Angelici doctoris D. Thomae Aquinatis sententia de prima hominis institutione etc. (1661, gerigt tegen Dorschaeus)”, — „Confutatio cujusdam libelli haeretici, cui titulus: Capucinus excaputiatus (1762)”, — en „Unicae Christi sponsae, id est Catholicae sub Romano Pontifice Ecclesiae integritas et sanctitas denuo asserta (1664)”.