Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lambruschini

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Luigi Lambrusehini, een cardinaal, die als minister van paus Gregorius XVI grooten invloed had. Hij werd geboren te Genua den 16den Mei 1776 en opgenomen in de orde der Barnabieten. Later was hij bisschop van Sabina, vervolgens aartsbisschop van Genua en zag zich in 1831 bevorderd tot cardinaal. Daarna bekleedde hij bij Gregorius XVI de betrekking van secretaris van Buitenlandsche Zaken en van minister van Onderwijs en daarna ook die van secretaris der Pauselijke Breven en van bibliothecaris van het Vaticaan. Hij bevorderde de staatkundige vervolgingen en maakte zich hierdoor bij de Romeinen zeer gehaat.

In 1845 stond hij de portefeuille van Onderwijs af aan Mezzofanti. Toen in 1846 de tegenwoordige Paus gekozen werd, ontving Lambruschini bij de eerste stemming de meeste stemmen. Pius IX benoemde hem tot lid der staatsconsulta en bevestigde hem in zijne ambten als secretaris der Breven en als bibliothecaris. In 1847 werd hij bisschop van Porto, San Rufino en Civita Vecchia, alsmede groot-kanselier van alle orden en een der dekens van het Collegio Sacro. Bij het uitbarsten der staatkundige woelingen nam hij de wjjk naar Civita Vecchia, doch achtte zich hier geenszins veilig, zoodat hij naar Rome terugkeerde. In November 1848 vlugtte hij naar Napels, toefde vervolgens bij den Paus te Gaëta en keerde met dezen terug naar Rome in 1350. Daarna zag hij zich tot huiscardinaal van den Paus benoemd, en overleed den 12den Mei 1854.

Raffaéle Lambruschini, was een Italiaansch letterkundige en een neef van den voorgaande. Hij werd geboren te Genua den 14den Augustus 1788 en overleed den 8sten Maart 1873 te Florence op zijn buitenverblijf San-Cerbone. Bestemd voor den geestelijken stand, vertrok hij reeds vroeg naar Rome om in de theologie te studéren en oefende zich verder te Orviéto , waar zijn oom bisschop was, vertoefde er geruimen tijd als priester, bragt eenige jaren op Corsica door en vestigde zich in 1816 te Florence. Daar wijdde hjj zich uitsluitend aan de studie, totdat in 1826 Vieusseux hem aanspoorde om deel te nemen aan de redactie der „Antologia”, een nieuw tijdschrift.

Beide geleerden zonden voorts een: „Giornale agrario Toscano” in het licht. Zoo zocht hij de volksontwikkeling te bevorderen, en toen hij in 1830 het paedagogisch tijdschrift: „Il guida del educatore” stichtte, kwam hij bij de regéring in kwaden reuk, en zijn oom, de cardinaal, zeide tot hem: „C’est du Lamennais!” Men verzekerde voorts, dat hij zich bezig hield met het schrijven van een boek over de eerste Christelijke eeuw, waarin hij de geestelijkheid scherp aantastte; hij zelf echter verklaarde, dat zulk een voornemen nooit bjj hem was opgekomen.

Hij behaalde vervolgens in 1837 een prijs door zijn geschrift over de zijdeteelt en nam deel aan de redactie van gematigd liberale dagbladen, zooals „La Patria”, „L’Alba” en „Italia”, terwijl hij zitting verkreeg in het Toscaansche Parlement, waar hij tot de linker zijde behoorde. In het volgende jaar wijdde hij zich weder aan zijne studiën over landbouw en onderwijs.

De gebeurtenissen van 1859 vervulden hem met geestdrift en bezorgden hem een zetel in den italiaanschen Senaat. Daarenboven benoemde de regéring hem tot voorzitter van het Instituut te Florence, en de Academia della Crusca verhief hem tot haren arciconsolo.

< >