Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lagos

betekenis & definitie

Lagos, door de inboorlingen Eko en door de Portugézen Oni genaamd, is een klein eiland met eene evenzoo genoemde stad aan de Golf van Benin (Afrika) op 6°28' N. B. en 3°26' O. L. van Greenwich, en ligt in het zuidelijk gedeelte der Cradoe-lagune, ongeveer eene geogr. mijl van de plek, waar zij zich uitstort in zee. De schepen kunnen de baar van dezen riviermond niet passéren, maar blijven op de reede, vanwaar zij door booten gemeenschap onderhouden met den wal, ’t geen wegens de hevige branding niet zonder gevaar is. Daar de Lagune zich binnenslands oostwaarts tot aan de Niger en westwaarts tot aan Porto Novo uitstrekt, bestaat er van ouds een druk handelsverkeer — voorheen hoofdzakelijk in slaven, thans in palm-olie — met de naburige gewesten. De stad, nabij de zee in een boschrijk oord gelegen, heeft vele gewitte huizen en eene nijvere bevolking.

Vele Europésche kooplieden, vooral uit Hamburg, alsmede consuls, ambtenaren en zendelingen zijn er gevestigd. Laatsgenoemden hebben er onderscheidene scholen gesticht. Toen in 1851 de opstandeling Kosoko den koning Akitoye verdreven had en in weerwil van de bedreigingen der Engelsche vlootvoogden den slavenhandel begunstigde, werd Lagos door de Engelschen gebombardeerd en Akitoye in zijne waardigheid hersteld, terwijl de overige volkshoofden van Lagos zich verbonden om den slavenhandel te vernietigen, de menschenoffers af te schaffen en zendelingen toe te laten. Ook werd er een Britsch consulaat gesticht. In 1855 overleed Akitoye, en onder het bestuur van zijn weinig begaafden zoon Docemo ontstond de grootste verwarring.

Dit gaf aanleiding aan de Britsche regéring in 1861, om het eiland in bezit te nemen, en den 6<Jen Augustus teekende Docemo het verdrag van afstand, waarbij hem een jaargeld werd toegewezen van 1000 pond sterling. Ook Kosoko onderwierp zich in 1862 en verruilde aan Engeland de steden Palma en Leekie, op de oostelijke kust van Lagos gelegen, tegen een jaargeld van 400 pond sterling. In 1863 verkreeg Engeland ook de stad Badagry, het broeinest van den slavenhandel, en tevens de beschermheerschappij over de geheele kust van Badagry tot Leekie, — binnenslands tot aan de Lagune, zich weldra uitstrekkende over de gewesten Okeodan, Addo en Igbessa. De kolonie bevindt zich onder het gezag van een gouverneur en wordt door eenige ambtenaren bestuurd. De ingezetenen, ten getale van 40tot 80000, vormen een gemengd ras, op dat der Goudkust gelijkende, en het klimaat, evenals dat der kust van Guinea, is gevaarlijk voor den Europeaan. — Ook eene stad en vesting in de Portugésche provincie Algarve draagt den naam van Lagos.

< >