Kwartel (Perdix coturnix L.) is de naam van een vogel, die tot de familie der hoenders (Gallinae) en het geslacht der patrijzen (Perdix) behoort. Hij heeft geene vederen op den voetwortel, geene sporen boven den achterleen, kort afgeronde vleugels, en een zeer korten staart, welke meestal neerhangende gedragen wordt. De kwartel is veel kleiner dan de patrijs, heeft een vleeschkleurigen, van voren bruinen bek, bruinachtig-geelroode oogen, licht-vleeschkleurige pooten en roestbruine, zwart en wit gemarmerde vederen.
Aan den rand der staartvederen is eene roestkleurige, sikkelvormige vlek; de buik is witachtig, borst en keel zijn roestkleurig met een flaauwen witten, zwartgezoomden halsband bij het mannetje, doch bij het wijfje is de keel wit en de borst zwart gevlekt. Aan weêrszijden boven en achter het oog staat eene witte vlek.
De kwartel is een trekvogel en bewoont gematigd Europa en Azië, alsook het noorden van Afrika. Hij houdt zich vooral op in de korenvelden en voedt zich met graan. Het wijfje legt in een gekrabd en met grashalmen bekleed gat een groot aantal — zelfs 16 — olijfkleurige, donkerbruin gevlekte eijeren. In weêrwil van zijne stompe vleugels trekt deze vogel in het najaar over de Middellandsche Zee.
Het vangen van kwartels — in oude plakaten het weispel van kwartelen genaamd — geschiedt met netten, die in de nabijheid van korenvelden, waar zich kwartels ophouden, worden uitgespannen. Daarachter echter bootst de kwartelaar door middel van een kwartelbeentje of kunstmatig fluitje het geluid van het wijfje na en lokt hierdoor de mannetjes in het net. Dit geschiedt in Mei, Junij en Julij.