Kunersdorf, een dorp bij Frankfort aan de Oder, is vermaard wegens den aldaar op 12 Augustus 1759 geleverden slag. Frederik II stond aan de grenzen van Opper-Silézië en hield Daun in het oog, terwijl de Russen onder Soltikow voorwaarts rukten naar de Oder, om zich met Laudon te vereenigen, die hen met 30000 man tegemoet toog. Om deze vereeniging te beletten, had Frederik generaal Wedel gelast om tegen de Russen op te trekken; doch laatstgenoemde leed bij het dorp Kai tusschen Züllichau en Krossen den 23sten Julij de nederlaag, zoodat hij over de Oder achterwaarts moest wijken. Nu namen de Russen Frankfort in bezit, en tegen hunne vereeniging met de Oostenrijkers, die onder Laudon en Haddik oprukten, bestond nu geenerlei beletsel.
De Koning mogt dus geen oogenblik verliezen, indien hij zijne erflanden wilde redden. Hij deed derhalve de groote Oostenrijksche armee onder Daun door een korps onder prins Hendrik in bedwang houden en snelde zelf naar de Oder. De Verbondene Mogendheden, 60000 man sterk, hadden eene positie ingenomen op den regter oever van de Oder bij Frankfort. De Koning deed zijn leger, omstreeks 40000 man tellende, ten noorden van die stad over de rivier trekken en waagde den volgenden morgen den slag. De regter vleugel der vijanden was door de Oder, de linker door moerassen, wouden en verschansingen en het front door diepe kloven gedekt. Toch gelukte het aan de Pruissen bij hun aanval op ’s vijands linkervleugel na een lang en bloedig gevecht, in weerwil van een hevig kartetsvuur uit 100 Russische stukken, de schansen te beklimmen, de batterijen te veroveren en de Russen op de vlugt te jagen, en reeds des namiddags te 6 ure snelden boden met de tijding der zegepraal naar Silézië en naar Berlijn. Intusschen waren de Russen nog in het bezit van sterke punten, en in strijd met den raad zijner generaals, nam de Koning het besluit om met zijne afgematte troepen ook den regter vleugel der Russen aan te tasten. Hier echter behaalde hij geene beslissende voordeelen.
Om de zijnen te ondersteunen, riep de Koning generaal Seydlitz met de ruiterij te hulp. Hiervan maakte Laudon, tot op dat oogenblik door Seydlitz in bedwang gehouden, aanstonds gebruik. Met zijne ruiterij wierp hij zich op de vermoeide bestormers, en dit besliste den slag. Te vergeefs spanden de Pruissen zich in om den Spitzberg te veroveren. Een nieuwe aanval van Laudon joeg hen op de vlugt; zij verloren 26000 man en bijna al hun geschut, terwijl ook de vijand 24000 man op het slagveld liet. Twee paarden werden onder den Koning doodgeschoten, en een geweerkogel verpletterde een gouden étui in zijn vestzak. De moed van den ritmeester Prittwitz redde hem van de gevangenschap. Seydlitz, Fink, Hulsen en andere generaals waren gewond, — generaal Puttkammer en de dichter Ewald von Kleist gesneuveld.