Kraambed noemt men het bed, waarin de moeder na hare verlossing de rust geniet, welke voor hare herstelling noodig is. Men onderstelt, dat zij in het kraambed is zoolang zij voor de jonggeborene de hulp eener baker behoeft, — gewoonlijk een tijdperk van omstreeks 6 weken. Voor zwakke vrouwen is het noodig, dat bij het kraambed de meest mogelijke kalmte heerscht, opdat zij gelegenheid hebben zich met een ongestoorden slaap te verkwikken, — voor allen is frissche lucht, voedzame en ligt verteerbare spijs en eene zorgvuldige verpleging een vereischte. Zijn er vrouwen, die zich na verloop van 6 weken op verre na niet hersteld gevoelen, — men heeft ook andere die reeds na verloop van weinige dagen hare gewone huiselijke bezigheden kunnen hervatten.
Gevaarlijk is de in dat tijdperk voorkomende kraamvrouwenkoorts (febris puerperalis), die eigenlijk in niets verschilt van de pyaemie of hospitaalkoorts der gewonden. Immers ook de oorzaak is dezelfde. Zij ontstaat door beleediging en hierop volgende ontsteking van den uterus, welke zich vervolgens tot den geheelen buik en tot andere belangrijke organen uitstrekt, de melkafscheiding doet ophouden en doorgaans doodelijke gevolgen heeft. Er bestaat reden om te gelooven, dat deze ziekte besmettelijk is, daar gewoonlijk in hetzelfde tijdperk onderscheidene kraamvrouwen in dezelfde plaats er aan bezwijken. Daarbij is het niet onwaarschijnlijk, dat de smetstof door vroedvrouwen, bakers en artsen van de zieke naar de gezonde kraamvrouw wordt overgebragt, weshalve in zoodanigen tijd de grootste omzigtigheid moet in acht genomen worden. Merkwaardig is het eindelijk, dat tusschen de Keerkringen de kraamvrouwenkoorts tot de onbekende ziekten behoort.