Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Korund

betekenis & definitie

Korund, is de naam van een edelgesteente, volgens de rangschikking van Naumann tot de familie der kristallijne aarden behoorende. Het bestaat uit aluinaarde of aluminiumoxyde met een zeer gering ijzergehalte (2%), is na diamant het hardste gesteente (in de hardheidschaal), heeft een soortelijk gewigt van 4, en kristalliseert in de gedaante van een teerlingvormigen rhomboëder. Het smelt niet voor de blaasbuis, lost niet op in zuren en zeer moeijelijk in borax. Men heeft den edelen korund, die doorzigtig en veelal donkerblaauw (saffier) of rood (robijn) gekleurd is.

Voorts draagt de violetblaauwe korund den naam van Oosterschen amethyst, — de gele dien van Oosterschen topaas — en de groene dien van Oosterschen smaragd. Al die gesteenten zijn zeer kostbaar. Men vindt er in het Reuzengebergte, in den Oeral en in Australië, maar de schoonste komen uit Pegoe in Birmanië, Siam en Ceylon. — Voorts heeft men den gemeenen korund met doffe roode, blaauwe, groene, bruine en grijze kleuren. Deze vindt men in het graniet in Piémont, in het gneis bij Krems in Oostenrijk, in glimmerlei enz. — Eene korrelige, donkerblaauwachtig-grijze soort van korund noemt men smirgel (amaril). Het poeder hiervan wordt tot polijsten gebruikt. Men kan den korund ook namaken langs kunstmatigen weg, namelijk door aluinaarde bij groote hitte te doen smelten. De verschillende soorten bereidt men door bijvoeging van kleurende metaaloxyden.

< >