Koetei of Koetei Lama is de naam van een Maleischen Staat in Borneo’s Zuider- en Ooster-Afdeeling.
Dit land ligt onder den evenaar en grenst in het noorden aan Tiroen, in het oosten aan de Straat van Makassar, in het zuiden aan Pasir en in het westen aan Bandjermasin. Het aantal inwoners, bestaande uit Maleijers, Boeginézen en Dajaks, wordt geschat op 100000. Men kiest er den sultan uit de oudsten en voornaamsten des lands, en een aantal raadslieden staat hem ter zijde. Hij houdt zijn verblijf te Tengaron, terwijl de Nederlandsche assistent-resident zijne woonplaats heeft te Samarinda. Tot de voortbrengselen des lands behooren goud, diamanten, ijzer, lood, steenkolen, ebbenhout, kamfer, was, vogelnestjes, rotan, rijst, suiker, karet, tripang enz. In het binnenland heeft men vele overblijfselen van Hindoe-tempels. Bergen en dalen wisselen er elkander af, en in het noordelijk gedeelte zwerven orang-oetangs door de hooggetopte wouden. Men heeft Koetei wel eens aanbevolen voor kolonisatie uit Europa. — De rivier Koetei of Mahakkam, vloeijende op Bornéo in het gewest van dien naam, ontspringt op den berg Lassan-Toela en stort met onderscheidene armen zich uit in zee. — Ongeveer 20 geogr. mijl van die monden, ten zuidoosten van Samarinda, ligt de stad Koetei, voorheen de residentie van den Sultan, met eene haven, waar jaarlijks 7- of 8000 schepen binnenloopen.
