Kniphausen, eene voormalige vrije heerlijkheid in het groothertogdom Oldenburg, vormde met de heerlijkheid Varel een fideicommis der graven van Aldenburg.
Zij kwam door het huwelijk der erfdochter van den laatsten graaf van Aldenburg in het midden der 18de eeuw aan de Engelsche lijn van het geslacht Bentinck, en in 1854 aan den Groothertog van Oldenburg. Zij vormde een bestanddeel van het tegenwoordige ambt Jever aan de westzijde van de Jade en telde in 1852 op 0,82 □ geogr. mijl ruim 3000 inwoners. Men heeft er den burgt Kniphausen met een prachtigen tuin. Toen na de Belgische revolutie onze koopvaarders met het embargo bedreigd werden, voeren vele gezagvoerders onder de neutrale Kniphauser vlag. — De heerlijkheid Varel, ten zuiden van den Jade-boezem gelegen en in 1850 op 2,38 □ geogr. mijl bijna 8000 inwoners tellend, behoort thans tot het Oldenburgsch ambt Varel (5,15 □ geogr. mijl met 13000 inwoners), en de stad Varel, in het noorden van Oldenburg aan den spoorweg gelegen, heeft ongeveer 5000 zielen; zij bezit een kasteel, eene fraaije Protestantsche kerk van 1144, eene R. Katholieke kerk, eene synagoge, eene hoogere burgerschool, een weeshuis en een aantal fabrieken. Er is een belangrijke uitvoer van vee, en in de haven van Vareler Siel veel scheepvaart, terwijl in de zeebadplaats Dangast in 1866 een station is gevestigd voor de midden-Europésche graadmeting.