Klausenburg, in het Hongaarsch Kolosvár, de hoofdstad van een evenzoo genoemd comitaat in Siebenbürgen, ligt in een bekoorlijk dal aan de Kleine Szamos en telt ruim 20000 zielen. Zij is door muren omringd en wordt verdeeld in de oud- en nieuwstad, terwijl zij tevens 5 voorsteden bezit. Men heeft er een groot marktplein, onderscheidene wélgebouwde straten en eene prachtige hoofdkerk, aan den heiligen Michaël gewijd en in 1414 door koning Sigismund gebouwd. Tot de merkwaardige gebouwen behooren er voorts: De Drievuldigheidskerk, het voormalige regéringsgebouw, het stadhuis, de Hongaarsche schouwburg en onderscheidene paleizen van grafelijke familiën.
Men vindt er voorts een R. Katholiek en een Protestantsch gymnasium, een collége der unitariërs met een gymnasium, eene heelkundige en eene verloskundige school. De bevolking is meerendeels van Magyaarschen oorsprong en drijft een aanzienlijken handel, daar de stad, niet ver van de grenzen van Siebenbürgen in Hongarije verwijderd, de eerste stapelplaats is van de koopwaren, die uit of over Hongarije komen. Ook de fabrieknijverheid ontwikkelt er zich meer en meer. Men heeft er porseleinfabrieken en in hare nabijheid zoutgroeven. — Als hoofdplaats van Siebenbürgen was zij in 1848 het middelpunt der nationale Hongaarsche volksbeweging, terwijl de Oostenrijksche troepen zich in de tweede hoofdstad des lands, in Hermannstadt, vereenigden. In den aanvang der omwenteling werd zij door den Oostenrijkschen veldmaarschalk Puchner in bezit genomen, maar den 25sten December 1848 door Bem veroverd, waarna hij haar tot aan het einde der omwenteling behield, zoodat zij hem tot magazijn van wapens en levensmiddelen en tot vereenigingspunt van nieuwe strijders diende. Aan de overzijde der rivier verheft zich op de plaats van een Romeinschen burgt de vesting, in 1721 door Karel VI gebouwd, maar zij wordt niet onderhouden. Klausenburg is het Claudiopolis der Romeinen, en men vindt in dien omtrek nog dikwijls voorwerpen uit het Romeinsche tijdperk.
