Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Klausthal

betekenis & definitie

Klausthal, de hoofdplaats van het voormalig Hannoversche gedeelte van den Harz ligt met Zellerfeld, door de Zellbach van haar gescheiden, op eene woeste bergvlakte omstreeks 600 Ned. el boven de oppervlakte der zee. Die beide plaatsen tellen te zamen omstreeks 15000 zielen, die in het mijnwezen de voornaamste bron van bestaan vinden, daar het klimaat er voor den landbouw te guur is. Klausthal is de zetel van een „Berghauptmannschaft”, welke op ll1/4 □ geogr. mijl omstreeks 35000 inwoners bezit. Men heeft er een gymnasium, eene mijn-académie met belangrijke verzamelingen van delfstoffen, eene machinenfabriek, een magnetisch observatorium, enz.

De voormalige munt is in 1848 naar Hannover verplaatst. — Reeds vóór langen tijd bloeide er de mijnbouw: omstreeks 1620 behoorden de mijnen van Klausthal tot de belangrijkste van Duitschland, en eene eeuw later leverden vooral de mijnen Dorothea en Karolina een aanmerkelijk bedrag. Den lsten Julij 1866 kwamen alle mijnen te Klausthal in het bezit van den Koning van Hannover. Men verkrijgt er uit de opgedolven ertsen zilver (gemiddeld jaarlijks 11000 Ned. pond), lood, koper, arsenik enz. Er zijn 4 zilversmelterflen. De mijnen hebben er eene ontzettende diepte, namelijk de mijn Samson bij Andréasberg eene van bijna 900 Ned. el.

Onder den grond vindt men kanalen voor het vervoeren der ertsen. Daar de George-mijngang, in 1799 voltooid, niet langer aan de behoefte voldeed, begon men in 1851 den Ernst-August-mijngang te bouwen, die in 1864 in gereedheid kwam, eene verbazende lengte bezit en voor een meesterstuk van mijnbouw gehouden wordt. Ook heeft men er 5 groote ijzersmelterijen, van welke Rothehütte bij Elbingerode de grootste is. Uitgestrekte wouden leveren er voorts eene groote hoeveelheid hout. De mijnen, ijzersmelterijen en bosschen houden in den Harz 8tot 9000 werklieden bezig, en het weekloon van volwassen personen bedraagt er 3 tot 31/2 thaler.

< >