Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Prinsen

betekenis & definitie

Prinsen (Pieter Johannes), een verdienstelijk Nederlandsch opvoedkundige, geboren te Stolkwijk den 6den Junij 1777, was aanvankelijk timmerman, maar bepaalde zich weldra bij het onderwijs. In 1798 opende hij eene school te Schiedam, werd in 1802 hoofdonderwijzer aan de departementsschool te Haarlem, voerde eene nieuwe leermethode in, welke grooten bijval vond, zag zich eershalve begiftigd met den eersten rang en in 1817 benoemd tot directeur der rijkskweekschool te Haarlem, en overleed aldaar den 6den Januarij 1854. Hij schreef o.a.: „Beginnend onderwijs in de Nederlandsche taal (1837)”, — „Beginselen van de voorstellenleer der Nederlandsche taal (1844)”, — „Handleiding voor onderwijzers, om kinderen te leeren denken, opmerken en spreken enz”, — Schoolgezangen voor drie stemmen”, — en „Beginselen der zielkunde (1833)”. Ook vertaalde hij onderscheidene werken over opvoeding en onderwijs uit het Hoogduitsch.