Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kersteman

betekenis & definitie

Kersteman (Franciscus Lieven), een verdienstelijk Nederlandsch regtsgeleerde, woonde in de 2de helft der 18de eeuw te Heusden, was er als pleitbezorger werkzaam, gaf met den titel van professor honorarius en lector juris les in de regtsgeleerdheid, doch werd in 1774 wegens het vervaardigen van een valschen wissel te Schoonhoven in hechtenis genomen, en te Rotterdam tot eene 30-jarige tuchthuisstraf veroordeeld. Reeds den 19den April 1786 werd hij echter op zijn verzoek ontslagen, nadat hij in de kerk van het werkhuis eene afscheidsrede gehouden had. Behalve het door hem opgestelde: „Leven van Kersteman (1792, 2 dln)”, leverde hij; „De académie der jonge practizijns of beredeneerde consideratiën over de theorie en practijk in zaaken van regtspleging enz. (1763—1766, 3 stukken)”, — „Nieuwe oefenscholen der notarissen enz. (1766)”, — „Hollandsch regtsgeleerd woordenboek (1768—1773, 3 dln)”, — „Regtsgeleerde kweekschool of sleutel der crimineele practijk (1782, 2 dln)”,,— „Handleiding tot het edele schaakspel (1787)”, — „Elisabeth en Carolina (1787, 2 dln)”, —„Regtsgeleerde katechismus of verkortende papegaai (1790)”, — „Secretarij der Hollandsche voogdijen ontsloten enz. (1791)”, — „Praeceptor der jonge notarissen enz. (1791)”, — „Regtsgeleerde katechismus verdedigd enz. (1792)”, — „De procèszieke burger (1792)”, — en „De pleitende practizijn enz. (1792)”.

< >