Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kegeldragenden

betekenis & definitie

Kegeldragenden of naaldboomen is de naam van eene plantengroep, wier altijdgroene, naaldvormige, stijve bladeren verspreid in kransen of in bundels geplaatst zijn en wier éénslachtige bloemen katjes (amenta) vormen. De mannelijke bestaan doorgaans uit enkele meeldraden, wier helmknoop (connectivum) schubachtig verbreed is, terwijl de vrouwelijke bloemen gewoonlijk slechts schubachtig geopende vruchtbladen (carpophylla) zijn, die aan den binnenkant de aanstaande zaden dragen en aan wier buitenzijde schutbladen (bracteae) gevonden worden, die bij rijpheid der vrucht veelal houtig verhard zijn. De vrucht (of de verzameling van vruchten) bestaat dan uit een houtigen of vleezigen kegel (strobilus, conus) of uit eene kegelbes (galbulus), terwijl de zaden naakt — niet in eene vrucht besloten — zijn.

Men vindt de kegeldragenden (Coniferae) in de koude en gematigde luchtstreek, waar zij groote wouden vormen. Men verdeelt deze groep in 5 familiën, namelijk de Cyprésachtigen (Cupressineae), — de Pijnboomachtigen (Abietineae), — de Podocarpeae, —de Taxineae,— en de Gnetaceae.

< >