Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kaup

betekenis & definitie

Kaup (Johann Jakob), een verdienstelijk Duitsch dierkundige, een schoolmakker van Gervinus en Liebig en ook in ons Vaderland niet onbekend, werd geboren te Darmstadt den 10den April 1803, legde zich reeds vroeg met ijver toe op de natuurlijke historie en begaf zich in 1822 naar Göttingen, waar hij zich evenwel bedrogen zag in de verwachtingen, welke hij gekoesterd had van professor Blumenbach. Nu spoedde hij zich naar Heidelberg, waar zijne wenschen evenmin vervuld werden, en vervolgens naar Leiden, waar hij door Temminck, directeur van het muséum, met de meeste heuschheid bejegend en met de rangschikking der visschen en amphibieën belast werd. Met een schat van kennis keerde hij na verloop van 2 jaren naar Duitschland terug, en later schonk de universiteit te Gieszen hem eershalve den titel van „philosophiae doctor”. Intusschen bleef hij zonder betrekking en eerst na vele jaren ontving hij die van inspecteur van het kabinet voor natuurlijke historie te Darmstadt.

Onderscheidene eervolle aanbiedingen van Duitsche hoogescholen wees hij van de hand, en uit Engeland en Frankrijk ontving hij talrijke eerbewijzen. Ieder jaar toefde hij maanden lang te Londen en Parijs, om er de rangschikking der voorwerpen in de muséa te besturen. Van zijne geschriften vermelden wij: „Skizzirte Entwickelungsgeschichte der europäischen Thierwelt (1829)”, — „Das Thierreich”, — en „Beiträge zur nähere Kenntnisz der vorweltlichen Säugethieren (1862)”. Hij overleed den 4den Julij 1873.

< >