Kasuaris (Casuarius) is de naam van een vogelengeslacht uit de familie der Struisvogels. Hij is voorzien van lange beenen, die uitmuntend geschikt zijn om te loopen, maar hij bezit geene slagpennen, zoodat hij niet kan vliegen. Hij onderscheidt zich van den struisvogel en dergelijke geslachten door eene beenachtige, niet met vederen bedekte dikte, die als een helm zijn schedel dekt, en door 2 vleeschlappen aan den hals: Men kent slechts ééne soort, namelijk den Indischen casuaris (C. indicus), welke de wouden van den Indischen Archipel bewoont. Hij wordt omstreeks 2 Ned. el hoog en heeft zwarte vederen, die op paardehaar gelijken.
De kop en het bovenste gedeelte van den hals zijn kaal; zij zijn van achteren blaauw en van voren rood. Hij voedt zich met sappige vruchten, weeke gewassen en wormen, en gewent, als hij zich in gevangenschap bevindt, zeer gemakkelijk aan brood. Zijne snelheid is nagenoeg zoo groot als die van den struisvogel, en door van zich af te slaan met zijne pooten kan hij zich met kracht verdedigen. Rijke grondbezitters in Indië hebben wel eens een tammen kasuaris, die de huisgenooten kent, maar zich tegen vreemdelingen vijandig betoont. De ondervinding heeft intusschen geleerd, dat deze vogel, hoewel schijnbaar mak, weinig vertrouwen verdient en wel eens doodelijke wonden toebrengt aan dengene, uit wiens hand hij gewoon is voedsel te ontvangen. Hij is een van de sieraden der Europésche dierentuinen, en wij geven hierbij de afbeelding van zijn kop. — De emoe werd te voren ook tot de kasuarissen gerekend, maar vormt thans een afzonderlijk geslacht.