Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kasteleyn

betekenis & definitie

Kasteleyn (Petrus Johannes), een verdienstelijk Nederlandsch dichter, geboren te Breukelen den 2den April 1746, ontving te Utrecht zijne opleiding tot apotheker, vertrok in 1765 naar Suriname en zag er zich naar zijn genoegen geplaatst op de plantaadje La Vicontre. Een jaar later had hij het ongeluk, een zijner vrienden, Jan Willem Arends, met een geweerschot te dooden, en schoon de regters hem onschuldig verklaarden, keerde hij uit mismoedigheid naar het Vaderland terug en vestigde zich in 1772 te Amsterdam als apotheker. Hier moest hij velerlei tegenspoed ondervinden: door eene langdurige ziekte verloor hij één zijner oogen, zag zijne zaak verloopen, en overleed den 18den April 1794.

Van zijne geschriften vermelden wij: „Dichtlievende verlustigingen (1779)”. — „De vaderlandsche zanger (1781)”, — „Oorspronkelijke dichtwerken (1783, 2 dln)”, — „Nieuwe poëzij (1792)”,— en onderscheidene gezangen in den „Grooten Bundel”, bij de Doopsgezinden in gebruik; — voorts behaalde hij onderscheidene medailles bij het Leidsch dichtgenootschap: „Kunst wordt door arbeid verkregen”, hetwelk ook zijne verhandeling: „Over de vereischten en kenmerken van den stijl der poëzij” bekroonde, terwijl eindelijk de door hem geleverde tooneelstukken meestal vertalingen zijn. Hiertoe behooren: „De graaf Olsbach of de belooning der deugd (1778)”,— „Dormont en Julia of de beloonde huwelijksliefde (1779)”, — „De schouwburg of loon naar werk (1780)”, — „Molière (1781)”,— „De marquis de Bouillé of de herovering van St. Eustatius (1782)”, — „De jufferlijke kamerdienaar (1783)”, — „Elfriede (treurspel, 1783)”, — „Codrus (treurspel, 1784)”, — „Olintes (treurspel, 1786)”, — „Erastes en Lucinde (tooneelspel, 1786)”, — „Eduard de derde (treurspel, 1786)”, — en „Carolina van Eerburg of de rampen der liefde (1788)”.

< >