Kalergis (Demetrius), een Grieksch krijgsman, geboren omstreeks het jaar 1803 op het eiland Candia, werd te Petersburg opgevoed en studeerde te Weenen in de geneeskunde. Toen de onafhankelijksoorlog uitbarstte, snelde hij naar Griekenland en streed dapper onder het bevel van Karaiskakis. In een gevecht bij Athene verbrijzelde, een kogel hem het been, zoodat hij in handen der Turken viel, die zijn ééne oor afsneden. Later was hij adjudant van generaal Fabvier, vervolgens van den president Capodistrias.
Hij werd steeds beschouwd als een handlanger van Rusland. Als bevelhebber eener divisie kavallerie te Athene, bevorderde hij aldaar de vreedzame omwenteling van 15 September 1843, doch deze had geheel andere gevolgen dan de Russische partij beoogde. Kalergis werd daarna bevorderd tot generaal en zelfs tot adjudant des Konings, maar hij genoot evenmin de gunst van het Hof als die van het volk, zoodat hij in 1845 de betrekking van adjudant nederlegde. Kort daarna nam hij zijn ontslag en ging eerst naar Corfu en vervolgens naar Londen, waar hij betrekkingen aanknoopte met prins Lodewijk Napoleon. Tegen het einde van 1846 vertrok hij onverwacht met een Engelsch oorlogschip naar Zante, om vandaar den loop der zaken in Griekenland gade te slaan.
Toen hij in 1848 den val van het ministérie Tzavellas vernam, wilde hij zich naar Argos begeven, maar werd op last der regering te Patras gevangen genomen en naar Athene gevoerd, waar men hem echter weldra weder op vrije voeten stelde. Na dien tijd leefde hij gedurende 5 jaren rustig te Argos, Hydra en Nauplia; doch toen in 1854 de Westersche Mogendheden als bondgenooten van Turkije over de grenzen van Griekenland trokken, belastte zich Kalergis, tot groote ergernis van het Hof, in het ministérie Maurokordatos met de portefeuille van Oorlog en in 1861 werd hij ambassadeur te Parijs. Na het vertrek van koning Otto in October 1862 verhief hij openlijk en krachtig zijne stem tegen onderscheidene personen, die als candidaten tot den Griekschen troon werden aanbevolen, maar hij had weinig invloed. Hij keerde vervolgens naar Griekenland terug en overleed te Athene den 24sten April 1867.
