Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jute

betekenis & definitie

Jute is de naam van eene spinbare stof, welke verkregen wordt uit de bastvezels van eenige Corehorus soorten, tot de familie der Tiliaceën bekoorende. In Oost-Indië zuivert men die vezels, waarna men ze droogt en met traan insmeert. De inboorlingen gebruiken ze van ouds tot het vervaardigen van kleedingstukken, zakken, vloerkleeden enz. Reeds 40 jaar geleden werd jute uitgevoerd uit de haven van Bengalen naar de spinnerijen te Dundee in Schotland.

Men heeft verschillende soorten van jute naar gelang der gewassen, waarvan de vezels afkomstig zijn. Daartoe behooren Corchorus olitorius en C. c sul ris alsmede O. textilis, welke in Algérië te huis behoort. De Oost-Indische juteplanten zijn éénjarige kruiden, die in April of Mei gezaaid en in den herfst geoogst worden. Men snijdt de stengels bij den wortel af en legt ze in water te weeken, waarna men de bastvezels er in de lengte afhaalt zonder deze of ook den stengel te breken. Zij worden in het water afgespoeld en daarna gedroogd. De kleur der vezels is aanvankelijk wit, doch wordt later geel. Zij zijn buisvormig, evenals die van wol, katoen en vlas, maar niet zoo taai. Zij worden gebraakt, gehekeld en gesponnen.

Men weeft het garen op dezelfde wijze als dat van vlas, en het doek wordt ook zoo geapprêteerd. In ons land is sedert 1838 veel jute gebruikt — vooral in Twente — om doek te weven voor koffijbalen. In het algemeen vervaardigt men daarvan zakken voor steenkolen, wol, katoen, suiker, rijst, graan, meel enz., alsmede vloerkleeden, zeildoek en dergelijke voorwerpen. Men bezigt het jutegaren inzonderheid als schering in de tapijtweverij, terwijl de afval in papierfabrieken kan gebruikt worden. In Engeland vermengt men het met wol en katoen, omdat men de hieruit geweven stoffen alsdan veel goedkooper kan leveren. In Engelsch Indië wordt de jute in groote hoeveelheid verbouwd en verwerkt, en de jute-industrie is in de laatste jaren, voornamelijk in Engeland en Frankrijk verbazend toegenomen, vooral nu het gebleken is, dat de eigenaardige reuk harer vezels zich niet mededeelt aan de stoffen, die in jutezakken verzonden worden.

< >