Jean, sieur de Joinville, de eerste merkwaardige geschiedschrijver der Franschen, die het leven van Lodewijk IX op eene uitstekende wijze heeft voorgesteld, werd geboren uit een aanzienlijk geslacht in Champagne omstreeks het jaar 1223.
Reeds vroeg trad hij in dienst van Thibaut IV, koning van Navarre en graaf van Champagne. Nadat hij bij dezen tot den rang van senechal en grootmeester opgeklommen was, nam hij in 1245 het besluit, om Lodewijk IX op zijn Kruistogt te volgen. Tot goedmaking der kosten verpandde hij een gedeelte zijner goederen en scheepte zich in te Marseille tegelijk met den Koning en gevolgd door 9 ridders en 700 krijgsknechten. Daar hij echter op het eiland Cyprus, waar men aanlegde, zijn volk niet langer van soldij kon voorzien, trad hij met zijn legertje in dienst des Konings. Met dezen keerde hij in 1254 naar Frankrijk terug en bleef aan het Hof. Hij liet zich evenwel niet overhalen om in 1269 aan een tweeden Kruistogt deel te nemen, en toen hij vernam, dat Lodewijk IX te Tunis overleden was (1270), beschreef hij het leven van dien Vorst. Hij stierf in 1318.
De beste uitgave van zijne „Histoire de St. Louis”, een voortreffelijk boek, is die van Michel (1858). Ook wordt aan hem een „Credo” toegeschreven, dat opgenomen is in de „Mélanges, publiés par la Société des bibliophiles français (1837)”. — Omtrent den prins van Joinville raadplege men het artikel Orléans.
