Jacaranda Juss. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Bignoniaceën. Het onderscheidt zich door eene klokvormige bloemkroon met een 2-lippigen, 5-spletigen rand en eene bijna cirkelronde, 2-hokkige zaaddoos met vliezig-gevleugelde zaden. Het omvat heesters en boomen, die in Zuid-Amerika en West-Indië groeijen.
J. braziliana Pers. (Bignonia braziliana Lam.) heeft lange, gele bloemen en zaaddoozen ter grootte eener hand, wier merg men in onrijpen toestand als zeep bezigt, terwijl de rijpe vruchten, tot moes gekookt, voor borst- en maagmiddel dienen. Het zwarte of bruine, rood-geaderde of gestreepte hout (jacarandahout, palisanderhout of Braziliaansch pokhout) is zeer fijn, vast, hard en taai en kan zeer fraai gepolitoerd worden. Het spint is wit. Het beste jacarandahout komt van Rio de Janeiro, het minder goede uit Bahia en de geringste soort uit Oost-Indië. Men onderscheidt verschillende soorten, die door meubel- en instrumentmakers gebruikt worden. Van J. procera Spr. een boom die 30 Ned. el hoog wordt, gebruikt men de zamentrekkende bladeren onder den naam van Folia Carobae uitwendig tegen syphilitische ziekten en de schors inwendig tegen buikloop. J. obtusifolia H. et B., in Zuid-Amerika te vinden, levert ook palisanderhout, een belangrijk handelsartikel, en J. ovalifolia R. Br. desgelijks. J. echinata Spr. eindelijk is eene klimplant met stekelige vruchten.
