Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Ismaël

betekenis & definitie

Ismaël, een zoon van Abraham en van Hagar, eene slavin van Sara. Hij werd, volgens het Bijbelsch verhaal, met zijne moeder door Abraham verstooten, zoodra Isaak geboren was. Toen vestigde hij zich in de woestijn Pharan, waar hij met eene Egyptische vrouw in het huwelijk trad en in den ouderdom van 137 jaren overleed. Zijne 12 zonen werden de stamvaders van even zoovele Arabische volkeren, zooals van de Nabathaeërs, Kedarenen enz., die gezamenlijk naar hem Ismaëlieten zijn genoemd.

Zij werden echter door de Arabische schrijvers zorgvuldig van de echte Arabieren onderscheiden. — Den naam van Ismaëlieten was ook die eener Mohammedaansche secte met vrijzinnige beginselen, welke in de 10de eeuw in Syrië en Perzië optrad en een tak vormde der Imamis, eene secte, welke aan het bestaan gelooft van een weleer verdwenen imam, wiens geslacht op verborgene wijze wordt voortgeplant tot aan de komst van den laatste imam, die zijne getrouwen ontslaan zal van de waarneming der wet. Volgens die secte zijn er slechts 7 imams geweest, en van den laatste van deze, Ismaël genaamd, ontleent zij haar naam. Tot deze Ismaëlieten behoorden ook de Assassijnen, (zie aldaar).

< >