Isaak. Onder dezen naam vermelden wij:
Isaak, een Kanaänietisch herdersvorst. hij was de zoon van Abraham, trad in het huwelijk met Rebekka, en had 2 zonen, Esau, den stamvader der Edomieten, en Jacob, dien der Israëlieten.
Twee Byzantijnsche Keizers, te weten:
Isaak I Comnenus, den telg van een aanzienlijk Romeinsch geslacht. Als krijgsman klom hij op tot den rang van veldheer, huwde met eene gevangene Bulgaarsche vorstin, en werd in 1057 door het leger uitgeroepen tot keizer van het Byzantijnsche rijk, waarna hij Michaël IV Stratiotices van den troon beroofde. Hij bragt eenige verbeteringen in het bestuur, maar haalde zich door gierigheid en wreedheid den haat van het volk, vooral van de geestelijkheid, op den hals. Later werd hij overvallen door eene ongeneeslijke ziekte, zoodat hij zich in een klooster begaf, na vruchtelooze pogingen om de kroon te bezorgen aan zijn broeder Johannes. Hij overleed in 1061.
Isaak II Angelus. Deze werd keizer in 1185, nadat Andrónicus Comnenus van den troon gestooten was. Niet lang daarna werd hij echter door zijn eigen broeder Alexius van zijne waardigheid beroofd, op de vlugt gegrepen, van het licht der oogen beroofd en in een klooster gestoken. Terwijl nu Alexius zich te Constantinopel vestigde, knoopte de zoon van Isaak, desgelijks Alexius genaamd, in 1202 in Italië betrekkingen aan met het leger der Kruisvaarders. Dat leger veroverde in 1204 Constantinopel en bragt Isaak wederom op den troon. De handelingen van laatstgenoemde lokten echter eerlang een opstand uit. Alexius Ducas Murzuphulus maakte daarvan gebruik, om Isaak en zijn zoon Alexius ten val te brengen. Laatstgenoemde werd in den kerker vermoord, en vermoedelijk ondervond zijn vader een dergelijk lot.
Isaak, bijgenaamd de Hollander, een vermaard scheikundige uit de eerste helft der 15de eeuw. hij was geboren in het dorp Stolkwijk en deed met zijn zoon Johan een aantal merkwaardige ontdekkingen. Men schrijft hem de uitvinding toe van metalen brandverwen ten behoeve der glasschilderkunst, van den reverbeer-oven en van verschillende scheikundige praeparaten. Van beider lotgevallen is niets bekend. Afkomstig van den vader zijn de werken: „De triplici ordine elexiris et lapidis theoria (1608)” — „Opera vegetabilia, ad ejus alia opera intelligenda neeessaria, ubi de quintis essentiis vinoque agitur ut de elixire vitae, mellis essentia, rore solis etc.”,— „Opera mineralia et vegetabilia, sive delapide philosophorum quae reperiri potuerunt omnia (1600)”, — en „Liberrarissimus, dictus secreta revelatio verae operationis manualis pro universali opere et lapide sapientium etc,” — Van den zoon heeft men: „Fragmenta quaedam chimica, a Gombachio edita (1647)’’.
