Wat is de betekenis van Ismaël?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ismaël

zoon van Abraham en Hagar, stamvader der Ismaëlieten, een Arabisch herdersvolk (Gen. 16 : 11).

2025-07-15
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Ismael

Hebreeuws 'God (ver)hoort'. Naam van de zoon van Abraham en de Egyptische slavin van Sara, Hagar (zie de Bijbel, in Genesis 16), stamvader van de Arabische volkeren. Ook elders in het Oude Testament komt de naam voor (2 Koningen 25).

2025-07-15
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

ISMAEL

Ismael (hebr. jisma'el: God hoort, verhoort; vgl. Gn 16.11), OTische persoonsnaam. 1. Ismae, zoon van Abraham en diens egyptische slavin Hagar (Gn 16), samen met zijn moeder door Abraham verstoten (16,6-15; 21,9-20) en naar de woestijn van Paran verdreven (21,21), eponymus van de Ismaelieten (17,20; 21,13.18; 25,12-16; vgl. 1Kr27, 30). Als z...

2025-07-15
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Ismaël

m Hebr. 'God (ver)hoort’. Naam van de zoon van Abraham en de Egyptische slavin van Sara, Hagar (Gen. 16), stamvader van de Arab. volkeren. Ook elders in het O.T. komt de naam voor (2 Kon. 25).

2025-07-15
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

ISMAEL

(Hebr., God hoort), de eerstgeboren zoon van Abraham en Hagar, werd stamvader van het Noord-Arabische steppenvolk, de Ismaelieten, die bekend stonden als goede boogschutters en karavaangidsen.

2025-07-15
Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

ISMAËL

„God hoort”. De twee bekendste dragers van deze naam zijn: 1. De zoon van Abraham en Hagar. Toen zijn moeder in verwachting van hem was, was haar meesteres, Sarai, die zelf haar aan Abram gegeven had, verachtelijk in haar ogen, Gen. 16 : 4. Toen Sarai haar slavin hierom vernederde, vluchtte deze, Gen. 16 : 6. De Engel des Heren beveelt haar terug t...

2025-07-15
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ismaël

(Hebr. „God verhoort”), zoon van Abraham en Hagar, stamvader van de Ismaëlieten (Arabieren).

2025-07-15
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Ismaël

(Hebreeuws: „God verhoort”), zoon van Abraham en van Hagar, de slavin van Sara, werd, volgens het Bijbels verhaal (Gen. 16 : 11 vlg., 21 : 20 vlg.) met zijn moeder door Abraham verstoten, zodra Isaak geboren was. Toen vestigde hij zich in de woestijn Paran. Zijn 12 zoons werden de stamvaders van 12 Arabische stammen of volken, zoals van...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Ismaël

m. (Bijb. zoon v. Abraham en Hagar).