Irkoetsk, een der beide Russische gouvernementen van Oost-Sibérië, gelegen tusschen 49 en 58° N. B., grenst ten westen aan het gouvernement Jeniseisk, ten noorden aan de provincie Jakoetsk, ten oosten aan laatstgenoemde en aan het gebied aan de andere zijde van het Baikal-meer en ten zuiden aan China. Het omvat ten westen en noorden van het Baikal-meer het stroomgebied van den benedenloop der Angara en dat van den bovenloop der Lena tot aan den mond van de Witim. Het telt, nadat Trans-Baikalië (ruim 10000 □ geogr. mijl met meer dan 35000 inwoners) er in 1851 van gescheiden is, 13357 □ geogr.mijl met ruim 373000 inwoners, en wordt verdeeld in de districten Irkoetsk, Nisjné-Oedinsk en Kirgensk. De hoofdstad Irkoetsk, aan de Angara en aan den mond der Irkoet, 33/4 geogr. mijl van het Baikal-meer ter hoogte van 400 Ned. el boven de oppervlakte der zee en door eene citadél beveiligd, werd in 1661 door de Kozakken gesticht en is thans de aanzienlijkste en volkrijkste stad van geheel Sibérië, de zetel van den gouverneur-generaal en van het bewind van Oost-Sibérië, en de woonplaats van een bisschop.
Zij heeft omstreeks 24000 inwoners, onder welke zich vele Russische ambtenaren, kooplieden, soldaten en staatkundige ballingen bevinden. De stad bezit breede, goed-geplaveide straten en onderscheidene aanzienlijke gebouwen. Men heeft er, behalve eene fraaije hoofdkerk, 30 kerken en kapéllen, onderscheidene kloosters en inrigtingen van weldadigheid, een gymnasium, waar ook het Chineesch en Japansch onderwezen wordt, eene geneeskundige school, een geestelijk seminarium, eene kweekschool voor onderwijzers, eene boekerij, een schouwburg enz. De nijverheid heeft er zich krachtig ontwikkeld. Er bevindt zich eene groote Keizerlijke lakenfabriek voor de troepen in Sibérië, terwijl ook andere fabrieken, zooals van linnen en wollen stoffen, glas, zeep enz., niet ontbreken.
In de nabijheid der stad wordt tuinbouw gedreven, — verder af landbouw en veeteelt, terwijl in de stad zelve de handel bloeit. Zij is het middelpunt van een aanzienlijk handelsverkeer tusschen China, de oostkust van Azië en Petersburg, en de hoofdstapelplaats voor Russische en Chinésche waren, vooral voor uit Kiachta aangebragte thee en voor pelterijen; van deze laatste heeft de RussischAmerikaansche Compagnie hier een groot depot. In Junij is er eene druk bezochte markt. Nadat echter in 1861 de invoer van thee in de Oostzee-havens en over de westelijke grenzen des rijks werd toegestaan, is de theehandel te Irkoetsk aanmerkelijk verminderd. Er heerscht bij de voornaamste ingezetenen groote weelde.