Ipecacuanha of braakwortel is een geneeskrachtig middel, afkomstig van de wortels of wortelstokken van verschillende vreemde gewassen, inzonderheid evenwel van Cephaëlis Ipecacuanha Wïlld., van welke wij in bijgaande figuur in a 2 planten afbeelden, voorts in b eene bloem op 3 voudige grootte, in c een stamper met het vruchtbeginsel, desgelijks op 3-voudige grootte, en in d eene vrucht op dubbele grootte. Deze plant behoort tot de familie der Rubiaceën, groeit in het wild in de oorspronkelijke wouden van Brazilië en wordt in Peru aangekweekt. Zij is eene kleine, kruidachtige, overblijvende plant met een knoopig-geleden, geringden, kruipenden wortelstok, opgerigten stengel, tegenoverstaande, eirond-lancetvormige bladeren en kleine tot eindstandige hoofdjes vereenigde bloemen met eene buis-schotelvormige, witte bloemkroon en een 5-tandigen, bovenstandigen kelk. Uit het onderstandige vruchtbeginsel ontwikkelt zich eene aanvankelijk roode, later donkerblaauwe bes.
Zij is reeds in 1648 bekend geworden door de beschrijving van Piso en Marcgrav, doch eerst in 1797 door den Portugéschen geneesheer Bernardino Antonio Gomes teruggevonden. In de wouden van Brazilië is zij nagenoeg uitgeroeid. Hare wortelstokken komen onder den naam van Radix Ipecacuanhae griseae in den handel en hebben eene grijze, bruine of zwarte schors. — Eene andere soort, Radix Ipecaeuanhae nigrae (striatae of peruvianae) is afkomstig van Psychotria emetica L., desgelijks tot de Rubiaceën behoorende. Deze plant behoort te huis in Peru en Nieuw-Grenada en onderscheidt zich onder anderen van de voorgaande door okselstandige bloemtrossen; hare gedroogde wortels zijn voorts veel dikker en dragen strepen op een zwarten grond.
— Eene derde soort, Radix Ipecacuanhae undulate (farinosae), is de wortel van eene eenjarige plant, die evenzeer tot de Rubiaceën behoort, namelijk Richardsonia scabra St. Hil. Deze, in Brazilië en Mexico groepende, heeft een behaarden stengel en bladeren en eene 3- of 4-hokkige, niet-openspringende zaaddoos met schildvormige zaden, en hare wortels zijn onduidelijk geringd en wormvormig heen en weêr gebogen. — Ook andere gewassen, zooals Viola Ipecacuanha L. en Euphorbia Ipecacuanha L., leveren braakwortels. Deze bevatten alle een brakingwekkend alcaloïde, het emetine, dat in scheikundig zuiveren toestand zich vertoont als een wit, reukloos, bitter smakend poeder met zeer vergiftige eigenschappen, weshalve het in de geneeskunde zelden gebruikt wordt. Des te vaker gebruikt men het poeder van den eigenlijken braakwortel (Cephaëlis), daar het een zachtwerkend braakmiddel oplevert, dat minder gevaarlijk is voor de maag dan delfstoffelijke braakmiddels. Ook wordt het in kleine giften veel voorgeschreven als oplossend middel.