Iowa, een der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, gelegen tusschen de Mississippi en Missouri, grenst ten oosten aan de Staten Wisconsin en Illinois, ten zuiden aan Missouri, ten westen aan Nebraska en Dacota en ten noorden aan Minnosota, en telt op 2403 □ geogr. mijl ongeveer 1200000 inwoners (1870). Sedert 1836 behoorde Iowa als district tot het territorium Wisconsin, werd in 1838 zelf een territorium en zag zich in 1845 als Staat in de Unie opgenomen. Het zendt 2 senatoren en 9 afgevaardigden naar het Congrès te Washington, en bezit zelf 50 senatoren en 100 vertegenwoordigers. Het land heeft een golvenden bodem, terwijl een groot gedeelte eene heuvelachtige hoogvlakte vormt, welke tot waterscheiding dient van de bovengemelde 2 rivieren.
In eerstgenoemde storten de lowa-rivier en de veel langere, bevaarbare Desmoines zich uit. Langs de oevers dier stroomen vindt men uitgestrekte wouden, en daarop volgen prairieën, welke met grassen en struiken begroeid zijn en ¾de der oppervlakte beslaan. De bodem is er ongemeen vruchtbaar en uitstekend geschikt voor graanbouw en veeteelt. Maïs, tarwe, haver, gerst, aardappelen, tabak, boter, kaas, wol en talk zijn er de voornaamste voortbrengselen, terwijl lood- en steenkolenmijnen er niet vruchteloos worden gezocht. Talrijke spoorwegen doorkruisen dezen Staat in verschillende rigtingen. Men heeft er eene universiteit te Mount-Pleasant, — voorts eene bloeijende, nagenoeg geheel Nederlandsche kolonie te Sioux-Colony. Volgens de mededeelingen van dr. de Lespinasse, geneesheer aldaar, zijn bodem en klimaat er uitmuntend geschikt voor elken Nederlandschen landbouwer, die in de Vereenigde Staten een nieuw vaderland wenscht te zoeken.
