Ingermanland noemt men het gewest tusschen het meer van Ladoga, de Newa, de Finsche golf, de Narwa en de gouvernementen Pskow en Nowgorod. Het vormt tegenwoordig het grootste gedeelte van het gouvernement Petersburg, en ontleent zijn naam van de Ingriërs, tot den Karelischen tak der Baltische Finnen behoorende, die een tongval van het Karelisch spreken, doch nog geene 18000 zielen tellen. Deze wonen in 222, meestal zeer kleine dorpen en zijn, schoon meerendeels de Protestantsche godsdienst belijdende, in het algemeen lui, arm, vuil, bijgeloovig en onwetend.
De naam Ingermanland werd eerst gebezigd in 1617, nadat het door Rusland, waaraan het sedert de 13de eeuw behoord had, aan Zweden was afgestaan. Door Peter de Groote is het in 1702 wederom veroverd, en in 1783 werd het bij het gouvernement Petersburg gevoegd.