Impatiens L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Balsamineën. Het onderscheidt zich door 5-deelige stempels en door eene langwerpige, hokverbrekend zich openende en met veerkrachtig inkrullende kleppen voorziene zaaddoos. Het omvat sappige, eenjarige kruiden met enkelvoudige bladeren en okselstandige bloemstelen, welke meer dan ééne bloem dragen.
In midden-Europa — ook in ons Vaderland — groeit slechts ééne soort, namelijk kruidje-roer-mij-niet (I. nolitangere L.) met dunne, uitstaande bloemstelen, waaraan 3 of 4 gele bloemen hangen; de middenste van deze zijn groot en hebben eene aan den top gekroonde spoor, de zijdelingsche klein met een onvolkomen bloemdek, maar vruchtbaar; de bladeren zijn gesteeld, eivormig en gekarteld. Deze plant draagt haren naam, omdat de rijpe zaaddoos bij eene geringe drukking zich veerkrachtig opent en haar zaad naar alle kanten wegslingert. Ook noemt men haar wel springzaad.