Hugtenburg. Onder dezen naam vermelden wij 2 Nederlandsche schilders, te weten :
Jacob van Hugtenburg, geboren te Haarlem in 1639. Hij ontving onderwijs van Nicolaas Berchem en begaf zich naar Italië, waar hij zich te Rome vestigde, doch reeds in 1669 overleed. Zijne stukken zijn zeer zeldzaam. Op het muséum te Berlijn vindt men van hem een fraai landschap, en in ons Vaderland bestaat van zijne hand eene uitstekend geschilderde „Offerande aan Priapus”.
Johan van Hugtenburg, een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te Haarlem in 1646, maakte snelle vorderingen in de teeken- en schilderkunst en begaf zich in 1667 naar Rome, waar zijn broeder zich met het schilderen van landschappen bezig hield. Na den dood van laatstgenoemde ging hij naar Parijs, waar hij in het atelier van den beroemden batalje-schilder van der Meulen werkzaam was, en keerde voorts in 1670 naar het Vaderland terug, waarna hij onderscheidene vorstelijke kabinetten verrijkte. In 1708 of 1709 kwam hij in dienst van prins Eugenius, en de Keurvorst van de Pfalz versierde hem met eene gouden medaille, gehecht aan eene keten van dergelijk metaal. Voorgelicht door de mededeelingen van eerstgenoemden Prins, schilderde hij diens krijgsbedrijven en leverde vervolgens daarvan gravures in het werk : „Beschrijving der veldslagen van prins Eugenius van Savoye, den prins van Oranje en den hertog van Marlborough (1727, 2 dln folio)”.
Van zijn grootere stukken heeft hij onderscheidene kleinere copijen gemaakt. Op het Haagsch muséum vindt men van hem twee ruitergevechten en een portret van prins Eugenius te paard, en te Amsterdam den „Slag aan de Boyne”. Ook heeft men van hem nog een 60-tal prenten, die zeer zeldzaam zijn. Hij woonde te ’s Hage, waar een handel in schilderijen hem groote voordeelen opleverde, doch overleed in 1733 te Amsterdam ten huize van zijne dochter.
