Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Houtman

betekenis & definitie

Houtman. Onder dezen naam vermelden wij:

Cornelis Houtman, een beroemd Nederlandsch reiziger en grondlegger van onzen handel in Oost-Indië. Hij werd geboren te Gouda omstreeks het midden der 16de eeuw, en toen hij in 1593 met zijn broeder Frederik om handelsaangelegenheden te Lissabon vertoefde, deed hij onderzoek naar de handelsbetrekkingen der Portugezen in Oost-Indië. Zoodra zijn toeleg bleek, werden de beide broeders in den kerker geworpen en tot eene aanmerkelijke geldboete veroordeeld. Niet te vergeefs echter verzochten zij, bij het geven der door hen verkregen inlichtingen, onderstand van hunne vrienden te Amsterdam, waarna zij in 1594 in het Vaderland terugkeerden en den pten April 1595 met 4 schepen uit Tessel vertrokken. Cornelis Houtman, aan het hoofd dezer expeditie geplaatst, volbragt een togt rondom de Kaap de Goede Hoop en door Straat Soenda naar de zuidkust van Java en kwam in Augustus 1597 weder in de Vaderlandsche haven met 3 vaartuigen.

Schoon deze reis niet veel voordeel opleverde, werd zij gevolgd door vele andere, die groote rijkdommen aanbragten en den grondslag legden voor de stichting der Oost-Indische Compagnie. Het verhaal van deze reis is in 1617 bij Michiel Colijn te Amsterdam in het licht gegeven. In 1592 ondernamen de beide broeders voor rekening van Balthazar Moucheron, een Zeeuwsch koopman, een tweeden togt met 2 schepen. Deze was zeer rampspoedig, daar de Koning van Atsjin, door de Portugézen opgehitst, Cornelis Houtman en onderscheidene andere Nederlanders deed vermoorden.

Frederik Houtman, een broeder van den voorgaande. wij hebben reeds een en ander omtrent hem medegedeeld. Ook hij werd in 1598 door den Koning van Atsjin gevangen genomen, doch volgens sommigen door Paulus van Caarden in 1600 bevrijd, — 't geen evenwel door Valentijn wordt ontkend. Zeker is het, dat hij zich gedurende zijne gevangenschap met de sterrekunde bezig hield, de plaats van een groot aantal sterren van het zuiderhalfrond bepaalde, en in 1601 of 1602 naar Nederland terugkeerde. In December 1603 vertrok hij op nieuw naar Oost-Indië, werd in 1605 door van der Hagen aangesteld tot eersten landvoogd van Amboina, keerde na een loffelijk bestuur van 6 jaren naar het Vaderland terug met eenige inboorlingen, die tot schoolmeesters zouden worden opgeleid, en was in 1609 kommandant eener vloot van 23 schepen in Oost-Indië. Hij was namelijk reeds een jaar te voren als raad van Indië derwaarts vertrokken, en toen hij in 1625 die betrekking nederlegde, zag hij zich met eene gouden medaille vereerd. Nu keerde hij naar het Vaderland terug, en overleed vermoedelijk te Alkmaar in 1627. Hij schreef een: „Spraeekende woordboek in de Maleysche en Madagaskarsche talen met vele Arabische ende Turcksche woorden enz. (1603)”, — in 1680 herdrukt onder den titel: „Dictionarium ofte woord- en spraeckboek in de Duytsche en Maleysche tale enz.”

< >