Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hohenheim

betekenis & definitie

Hohenheim bij Stuttgart is eene beroemde hoogeschool voor landbouw en boschcultuur. Zij verheft zich op een Würtembergsch domein, hetwelk voorheen toebehoorde aan een beroemd adellijk geslacht, waaruit ook Theophrastus Paracelsus gesproten was. In 1768 viel het ten deel aan hertog Karel, die er een kasteel bouwde, dat in grootte en in zijne parken wedijveren zou met het slot te Versailles. Er werd voorts eene groote kweekerij van ooftboomen aangelegd.

Na den dood van den Hertog kwam al die heerlijkheid spoedig in verval, zoodat het gebouw in 1814 dienen moest tot een militair hospitaal. Eerst in 1817 werd Hohenheim bestemd tot een landbouwschool, en von Schwerz opende deze in 1818 als directeur. De inrigting, door den Koning mildelijk ondersteund, ontving zelfs uit het buitenland een druk bezoek, en in 1820 verlegde men ook de school voor boschcultuur uit Stuttgart derwaarts. Na Schwerz werd de betrekking van directeur er bekleed door den vrijheer von Ellrichshausen (1828—1832), Volz (tot 1837), Weckherlin (tot 1845), Pabst (tot 1850), Walz (tot 1865) en Werner. Daarenboven geven 10 gewone leeraren en 6 hulpleeraren er onderwijs, en het aantal studenten nadert er wel eens tot de 3000. Deze inrigting is in hare soort de beste en rijkste welke ergens bestaat, zoowel wegens het onderrigt als wegens de hulpmiddelen.

Zij bevat eene boerderij van zeer grooten omvang, — eene fabriek van landbouwgereedschappen, welke tot verspreiding van goede werktuigen veel heeft bijgedragen, — eene kweekerjj van vruchtboomen, waar de edelste soorten te bekomen zijn, — uitmuntende stallen met vee, — een molen, — eene chemisch-technische fabriek, waarin als grondstoffen de voortbrengselen van land- en ooftbouw worden gebruikt,— eene inrigting voor zijdeteelt met een haspeltoestel, — eene tuinbouwschool, — eene inrigting voor de bereiding van vlas, — eene school voor dubbel boekhouden, — en 2 bosschen, Hohenheim en Denkendorf, die eene oppervlakte beslaan van 11000 Würtembergsche morgen. De boekerij telt er 4000 deelen; voorts heeft men er eene verzameling van grondsoorten, — eene verzameling van modellen,— eene verzameling van wolsoorten, alsmede delfstoffelijke, dier- en kruidkundige verzamelingen, een natuurkundig kabinet en eene scheikundige werkplaats. Behalve de hoogeschool is er ook eene gewone landbouwschool, namelijk voor boerenzonen. Zij volbrengen nagenoeg al het werk der boerderij en ontvangen daarbij theoretisch onderrigt. De cursus van deze duurt 3 jaar, en er worden jaarlijks niet meer dan 8 kweekelingen opgenomen. Vooral laatstgenoemde school vindt grooten bijval, en naar haar voorbeeld zijn vele andere in Duitschland gesticht.

< >