Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hoeck (Van)

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Jan van Hoeck of van den Hoecke, een uitstekend Nederlandsch schilder. Hij werd geboren te Antwerpen den 6den September 1598 en was een leerling van Rubens, voor wien hij slechts weinig behoefde onder te doen. Hij beoefende in zijne jeugd ook de letteren, en reeds had hij groote vorderingen gemaakt in de schilderkunst, toen hij zich over Duitschland naar Italië begaf en eenigen tijd te Rome vertoefde. Men wilde, dat hij zich aldaar vestigen zou, maar hij ging liever naar het Hof van keizer Ferdinand II, waar hij uitmuntende stukken voor kerken en paleizen, alsmede vele portretten penseelde en grooten roem oogstte. Doch ook te Weenen wilde hij niet blijven, maar volgde den aartshertog Leopold naar Vlaanderen.

Hij verwierf den titel van eersten schilder van diens vorstelijk Huis en beoefende de kunst tot aan zijn dood in 1650 of 1651. Zijne teekening is correct, zijn coloriet krachtig, en zijne doeken getuigen in het algemeen van een keurig penseel. Men vindt van hem te Leuven in de kerk van St. Quentin eene „Graflegging”, — te Brugge eene dergelijke en een „Christus aan het kruis”, — te Antwerpen in de St. Jacobskerk eene „Aanbidding der Wijzen”, — en te Weenen een paar portretten.

Robert van Hoeck of van den Hoecke, misschien een zoon van Jan. Men meent, dat hij in 1609 te Antwerpen geboren is, ‘t geen later moet worden gesteld, wegens het geboortejaar van zijn vader en omdat hij aldaar eerst in 1645 als meesterszoon in het St. Lucasgilde werd ingeschreven. Hij schilderde kampementen, optogten en belegeringen, waarvan de figuurtjes zoo klein zijn, dat men bij de bezigtiging een vergrootglas gebruiken moet. Voor de abdijkerk St.

Winox te St. Winoxbergen bij Duinkerken schilderde hij in 12 tafereelen de Apostelen, met hun marteldood op den achtergrond. In het muséum te Weenen vindt men 8 schilderijen van zijne hand. Hij was voorts een bekwaam graveur.

< >