Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hik (singultus)

betekenis & definitie

De verschijnselen van den hik en de wijze, waarop hij ontstaat, zijn steeds het onderwerp geweest van zeer verschillende meeningen. De één plaatst den zetel van den hik in de maag, — de ander in de maag en het middenrif, — de derde in de longen, — de vierde in den slokdarm enz. Volgens den één is hij eene krachtige en snelle inademing, — volgens den ander eene krampachtige beweging van den slokdarm, — volgens den derde eene dergelijke beweging in het middenrif.

Gewoonlijk echter houdt men den hik voor eene krampachtige, plotselijke beweging van het middenrif, gepaard met eene dergelijke beweging van het strottenhoofd, met eene snelle inademing, gevolgd door een eigenaardig geluid, overeenkomende met den toon, voortgebragt door het indringen van lucht in een koker, wanneer deze plotselijk geopend wordt. De hik wordt veelal veroorzaakt door prikkeling in de keel, door koude of hitte of door het gulzig doorzwelgen van spijs of drank. Voorts ontstaat ook wel hik door hevig lagchen, door angst of schrik, en hij kan door zijne hardnekkigheid wel eens gevaarlijk worden; in dit geval staat hij doorgaans in verband met hysterie. De ouden hebben den hik, die als complicatie van sommige ongesteldheden voorkomt, als een ongunstig teeken aangemerkt. Trouwens alle buitengewone zenuwverschijnselen verkondigen bij koortsachtige ongesteldheden gevaar. De behandeling van den hik is verschillend naar gelang van zijne oorzaak; — gewoonlijk doen verdoovende middelen goede dienst; in gewone gevallen, bij kinderen, is het langzaam drinken van eenig laauw water aan te bevelen.

< >