Middenrif (Het) is een spierachtig vlies, hetwelk de borstholte van de buikholte scheidt. Het is van boven bol, van voren vastgehecht aan het ondereinde van het borstbeen, zijdelings aan de achtervlakte van de laatste 6 ribben, van achteren aan het dwarsche uitsteeksel van den eersten lendewervel en aan het ligchaam der eerste 3 lendewervels, zoodat het voorste gedeelte een ronden rand met de zjjdelingsche aanhechtingen vormt, terwijl de achterste aanhechtingen puntig naar beneden loopen. Het middenste gedeelte van dit spiervlies bestaat uit eene peesplaat (speculum Helmontii), waarin eene vierkante opening is voor de holle ader.
Iets ter linker zijde is tusschen de wervelaanhechtingen eene opening, die rondom viceschachtig is en den slokdarm doorlaat, terwijl langs de wervelkolom nog eene peesachtige ruimte is tot doorlating van de groote buikslagader, de borstbuis, den grooten stam van het zenuwknoopstelsel en nog 2 aderen. Het middenrif dient tot steun der borstorganen en is werkzaam bij de inademing, bij de loozing der uitwerpselen enz.
