Heuter (Pontus) of Heuterus, een Nederlandsch geschiedkundige, geboren te Delft den 23sten Augustus 1535, ontving aanvankelijk onderwijs in zijne geboorteplaats en te Leiden , studeerde te Mechelen en was te Brussel in 1555 tegenwoordig bij de overdragt der regéring van Karel V aan zijn zoon Filips II. In 1560 deed hij eene reis door Frankrijk en werd na zijn terugkeer kanunnik te Gorkum. Toen de Geuzen zich in 1572 van die stad meester maakten, werd ook hij gevangen ge nomen, maar kreeg genade door tot de Protestantsche kerk over te gaan. Weldra echter keerde hij tot de Moederkerk terug en legde zieh met ijver toe op de nasporing der geschiedenis van Bourgondië.
Hiertoe deed hij reizen en knoopte betrekkingen aan met vele geleerde mannen. In 1585 werd hij kanunnik te Deventer, in 1592 pastoor van het St. Jans Gasthuis te Brussel, daarna pastoor en kanunnik te St. Truijen, en ontving eindelijk den titel van proost van Arnhem. Hij overleed te St. Truijen den 6den Augustus 1602. Van zijne geschriften noemen wij: „Nederduytsche orthographie (1581)”, — „Rerum Burgundicarum libri sex etc. (1563 folio; 2de druk 1689)”, een zeer belangrijk werk, — „Rerum Belgicarum libri quindecim etc. (1598)”, loopende van 1477 tot 1565, — „De veteruni ac sui saeculi Belgio libri duo (1600)”, — en eenige Latijnsche verhandelingen. Men vindt al die werken, met uitzondering van het eerste, in zijn „Opera historica omnia etc. (1643; 3de druk 1651 folio)”.
