Heda (Willem), een Nederlandsch geschiedkundige, in de eerste helft, der 15de eeuw te Egmond, volgens anderen te Alphen geboren, wijdde zich aan den geestelijken stand en zag zich tot hooge kerkelijke waardigheden bevorderd. Hij werd kanunnik te Utrecht, aartsdeken te Arnhem en geheimschrijver van koning Philippus I. Aan hem en 4 andere geleerde mannen werd door de Utrechtsche Kerk opgedragen, de verschillende verzamelingen van charters en de voornaamste boekerijen te doorsnuffelen en daaruit alles op te sporen, wat dienen kon tot het zamenstellen van eene geschiedenis der Kerk, welke later op 's Lands kosten zou worden uitgegeven. Hij was alzoo in de gelegenheid om veel belangrijks bijeen te brengen en heeft daarvan ijverig gebruik gemaakt, zoodat hij eene geheel nieuwe geschiedenis der bisschoppen van Utrecht schreef, die door de zorg van Bernardus Furmerius is in het licht verscheen onder den titel: „Historia veterum Episcoporum Ultrajectinae sedis et comitatum Hollandiae, explicata chronico Joh. de Beca usque ad annum 1345, et historia Guilhelmi Hedae, completa appendice usque ad annum 1674 auctore Suffrido Petri, B. Furmerio ree. et notis illustr. (1632)".
Deze gebrekkige uitgave werd later door eene betere vervangen, in gereedheid gebragt door Arnoldus Buchelius. De geschiedenis meldt, dat Heda den 5den November 1525 te Antwerpen overleed. In handschrift liet hij na: „Genealogia Caroli V imperatoris ex familia Habsburgica", — en „Vitae Sanctorum, qui ex Britannia digressi Frisiam et Bataviam ad Christi cultum converterunt”.