Wat is de betekenis van WELEER?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Weleer

I. bw., voorheen, in vroegere tijd: dit doodse stadje, weleer een bloeiende haven; II. zn. o., (dicht.) het verleden : hij blikt soms lange, lange terug in zijn weleer (De Génestet).

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

weleer

weleer - zelfstandig naamwoord uitspraak: wel-eer 1. voor de tijd van nu ♢ dat zijn de liedjes van weleer Zelfstandig naamwoord: wel-eer Synoniemen eerder, tevoren, voordien, voorheen, vroeger Tegenstellingen tegenwoordig

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

weleer

vroeër, eertyds.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weleer

adv., alear(en), earen, eartiids, yn ’t foarige, foarhinne.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weleer

bw. (voorheen, eertijds).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weleer

(‘e:r) [op een wel, wijle eer(der)] bw. in vroegere tijd. Syn. → eertijds.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Weleer

bw., voorheen, in vroegere tijd.