Halkett (Hugh, vrijheer von), Hannoversch generaal der infanterie, gesproten uit een Schotsch geslacht, aanschouwde het levenslicht te Musselburgh bij Edinburgh den 30sten Augustus 1783, werd reeds in 1794 officier, maar trad eerst in 1798 in werkelijke dienst. Hij werd in 1803 kapitein bij het Koninklijk Duitsch legioen en in 1805 majoor.
In 1807 was hij geruimen tijd op Rügen, nam vervolgens deel aan de expeditie naar Kopenhagen, waar hij zich eervol onderscheidde, en vertrok in 1808 met een hulpkorps onder het bevel van sir John Moore naar Zweden, waar echter geene ontscheping plaats had. In Julij werden die troepen naar Portugal gezonden, om er tegen Napoleon te strijden.
Bij het binnenrukken in Spanje bevond hij zich bij de voorhoede, die vervolgens den terugtogt van Moore dekte, totdat de overwinning bij Coruna de inscheping toeliet. De ligte brigade Alten, bij welke Halkett zich bevond, vertrok in 1809 met de expeditie onder lord Chatham naar het eiland Walcheren, die echter, in weerwil van de verovering van Vlissingen, vruchteloos afliep.
In 1811 werd genoemde brigade nogmaals naar Spanje gezonden, waar zij zich bij het leger van Beresford voegde. Hier vond Halkett gelegenheid om aan belangrijker krijgsverrigtingen deel te nemen.
Nadat hij in September 1812 benoemd was tot luitenant-kolonel, zag hij zich belast met het kommando over nieuw-bijeengebragte troepen in Noord-Duitschland. Gedurende den veldtogt van 1813 was hij in het korps van generaal Wallmoden aanvoerder van eene Hannoversche brigade, waarmede hij zich dapper gedroeg in het gevecht aan de Göhrde en tegen de Denen bij Sehestedt.
Na den Vrede van Kiel en de ontbinding van het korps van Wallmoden voegde hij zich bij het leger van Benningsen, hetwelk Hamburg belegerde.
Tot kolonel bevorderd, vormde hij eene landstormbrigade van 4 bataljons en streed met deze in den slag bij Waterloo. Toen het leger, door de tijdige komst der Pruissen voor eene nederlaag behoed, den wijkenden vijand achternazette, stiet Halkett aan het hoofd van een Osnabrücksch bataljon op een carré der Fransch-keizerlijke garde, dreef het op de vlugt en nam generaal Cambronne gevangen; ja, greep dezen, toen hij ontsnappen wilde, bij de schoudersnoeren vast en deed hem door een sergeant naar Wellington brengen.
Na den tweeden Vrede van Parijs bleef Halkett, tot generaal-majoor benoemd, met het occupatie-leger in Frankrijk achter. Later werd hij achtervolgens benoemd tot luitenant-generaal, generaal der infanterie en inspecteur der infanterie, en de koning van Hannover verhief hem in 1862 tot vrijheer. Hij overleed den 26sten Julij 1863.