Halirsch (Friedrich Ludwig), een verdienstelijk Duitsch dichter, geboren te Weenen in 1802, studeerde in de regten, aanvaardde eene betrekking bij het militair departement van den Rijkshofraad te Weenen, zag zich later verplaatst naar Italië, en overleed te Milaan den 19den Maart 1832. Zonder tot de dichtgenieën van den eersten rang te behooren, leverde hij vele bevallige liederen. Hiervan getuigen zijne „Balladen und lyrischen Gedichte (1829)”.
Hij toont zich voorts een boeijend verteller in zijne „Novellen und Geschichten (1828)”, terwijl hij als tooneeldichter optrad met „Petrarca (1823)”, — met het treurspel: „Die Demetrier (1824)”, — en vooral met het drama „Der Morgen auf Capri (1829)”. Ook schreef hij: „Dramaturgische Skizzen (1829, 2 dln)”, — en „Erinnerungen an den Schneeberg in 40 Reisebildern (1831)”. Zijn „Literarische Nachlasz (1840, 2 dln)” is door Seidl in het licht gegeven.
