Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gyulay

betekenis & definitie

Gyulay van Maros-Németh en Nadaska is de naam van een oud en aanzienlijk geslacht in Siebenbürgen, hetwelk in 1694 in den vrijkeerenstand en in 1704 in den gravenstand opgenomen werd. Van de leden noemen wij: graaf Samuël Gyulay, geboren in 1719, die bij den aanvang van den Oostenrijkschen Successie-oorlog in dienst trad, zich in den Zevenjarigen Oorlog onderscheidde, en den 24sten April 1802 ais luitenant-veldmaarschalk en kommandant van Karlsburg overleed. — Graaf Albert Gyulay, een zoon van den voorgaande. Deze geboren den 12den September 1766, trad in 1784 in dienst, streed tegen de Turken en tegen Frankrijk, werd in 1799 bij Magnano zwaar gewond, en overleed den 27sten April 1835 te Pesth als luitenant-generaal. — Graaf lgnaz, een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren den 11den September 1763, trad in 1781 in dienst, streed desgelijks tegen de Turken en tegen de Franschen, en werd in 1800 bevorderd tot luitenant-veldmaarschalk.

In 1805 bevond hij zich als generaal bij het leger van aartshertog Ferdinand, werd in 1806 banus van Croatië, Dalmatië en Slawonië, voerde in 1809 bevel over het 9de armeekorps in Italië en dekte den terugtogt van aartshertog Johann. Schoon zijne krijgsverrigtingen geene algemeene goedkeuring vonden, werd hij in 1813 tot veldmaarschalk benoemd, voerde in den slag bij Dresden bevel over den linkervleugel en bevond zich in den volkerenslag bij Leipzig op de lijn, waarlangs Napoleon moest terugtrekken, hetwelk, schoon buiten zijne schuld, niet verhinderd werd. Daarentegen oogstte hij roem in Frankrijk bij Brienne en Barsur-Aube. In 1815 was hij tijdelijk belast met het algemeen kommando in Oostenrijk, keerde vervolgens naar zijn banaat terug, doch werd in 1824 kommandant van Bohemen en in 1829 van Weenen. In 1830 werd hij benoemd tot voorzitter van den Hof krijgsraad, en overleed den llden November 1831. — Graaf Frans Gyulay, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren den lsten September 1798, trad in 1816 in dienst, was in 1846 opgeklommen tot luitenant-veldmaarschalk, en werd in 1847 militair kommandant van de kustlanden te Triëst, in welke betrekking hij in 1848 bij het uitbarsten der omwenteling in Italië veel heeft bijgedragen tot het behoud der Oostenrijksche marine.

Van Julij 1849 tot Julij 1850 was hij minister van Oorlogen werd daarna kommandant van het 5de armeekorps te Milaan. In den oorlog van 1859 zag hij zich benoemd tot opperbevelhebber van liet leger en deed een inval in Piémont. Zijne bewegingen waren echter niet snel en niet krachtig genoeg. Hij gaf den Franschen tijd om troepen naar Italië te brengen, zoodat hij weldra achter de Ticino moest terugtrekken, waar hij den slag van Magenta (4 Junij 1859) en dientengevolge alle vestingen tot aan de Mincio verloor. Hij legde daarna het kommando neder, werd met den rang van veldtuigmeester gepensioneerd, en overleed te Weenen den 22sten September 1868.

< >