Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gustaaf

betekenis & definitie

Gustaaf is de naam van eenige Koningen van Zweden, te weten:

Gustaaf I Wasa of Gustaaf Erickson, geboren den 12den Maart 1496 te Lindholm bij Upland. Hij was de zoon van den rijksraad Erick Johansson, die van vaderszijde uit het geslacht Wasa en van moederszijde uit het geslacht Sture gesproten was, beiden vermaagschapt met de oude Zweedsche Koningen. Hij kwam in 1512 aan het Hof van den rijksbestuurder Sten Sture, werd in 1518 door de Denen gevangen genomen, vernam tegen het einde van 1519, dat Christiaan II, koning van Denemarken, nagenoeg geheel Zweden aan zijne heerschapij onderworpen had, doch ontsnapte in dat jaar naar Lübeck, wist na lang omdolen Dalearlië te bereiken en na lange vruchtelooze pogingen — eigenlijk eerst na het bloedbad van Stokholm en na het berigt, dat Christiaan de boeren met eene nieuwe belasting wilde bezwaren — de ingezetenen ten zijnen behoeve in opstand te brengen. Hij stelde zich aan hun hoofd, bestormde en veroverde het kasteel van den gouverneur, verstrooide een leger van 6000 man, hetwelk tegen de Dalecarliërs optrok, maakte zich meester van Western en Upsala, rukte voorwaarts naar Stokholm, werd den 24sten Augustus 1621 door den Rijksdag als rijksbestuurder erkend, en trok in 1523 binnen de hoofdstad , waar hij zich tot Koning deed kroonen. Op den Rijksdag te Westeras (13 Januarij 1544) werd door zijn invloed de Hervorming in Zweden ingevoerd. Daar hij de magt van den adel besnoeide, werd menige zamenzwering tegen hem gesmeed, doch door zijne schranderheid telkens ontdekt en verijdeld. Om zich van het handelsmonopolie der Hansa te bevrijden, streed hij gedurende 6 jaar zegevierend tegen Lübeck en sloot Handelstractaten met Engeland en de Nederlanden. Hij bezorgde aan den burger- en boerenstand zitting en stem op den Rijksdag, streed, om het veroverde Finland te behouden, van 1555 tot 1557 voorspoedig tegen Rusland, en overleed den 29sten September 1560.

Gustaaf II Adolf, geboren den 9den December 1594. Deze een kleinzoon van den voorgaande en een zoon van Karel IX, kwam in 1611 aan het bewind en ontwikkelde zich weldra in zijne oorlogen tegen de Denen, Russen en Polen tot een uitstekend veldheer. Met scherpen blik zag hij in Axel Oxenstierna den voortreffelijken staatsman der toekomst, zoodat hp hem tot rijkskanselier benoemde en hem door hartelijke vriendschap aan zich verbond. Tevens verwierf hij door zijne welwillendheid en weldadigheid de toegenegenheid des volks. Eerst keerde hij de wapens tegen Denemarken en kreeg bij den Vrede van Siöröd (16 Januarij 1613) tegen betaling van 1 millioen thaler alles terug, wat de Denen op Zweden veroverd hadden. Daarna bragt hij door zijne overwinningen de Russen zoo ver, dat zij hem bij den Vrede van Stolbowa (27 Februarij 1617) Kexholm, Carelen en Ingermannland afstonden en het bezit van Esthland en Lijfland toezegden, en toen Sigismund, koning van Polen, zijne regten op den Zweedschen troon wilde doen gelden, voerde hij ook tegen dezen een voorspoedigen oorlog, zoodat hem in 1629 bij een 6-jarigen wapenstilstand het door hem veroverde Poolsch Pruissen werd afgestaan. — Inmiddels hadden in Duitschland de staatkundige vrijheid en de Hervorming van de willekeur van keizer Ferdinand II veel te lijden, zoodat Gustaaf Adolf zich geroepen gevoelde, zijne geloofsgenooten te hulp te snellen. In het vooruitzigt van een bondgenootschap met Frankrijk, dat ook in Januarij 1631 tot stand kwam, maakte de Koning zich tot den oorlog gereed, hield den 19den Mei 1630 in de Vergadering der Zweedsche Standen eene welsprekende rede, waarbij hij zijne dochter Christina voorstelde als erfgenaam van j den troon, — scheepte zich den 23sten Junij in met 15000 man, en stapte den 4den Julij bij het kleine eiland Rüden in Duitschland aan wal. In weerwil van talrijke beletselen zegepraalde hij op de Keizerlijke troepen, dwong de Keurvorsten van Brandenburg en Saksen, zich met hem te vereenigen, herstelde de Hertogen van Mecklenburg, die in den ban gedaan waren, weder in het bewind, versloeg Tilly bij Breitenfeld, trok als overwinnaar door de Main- en Rijnstreken, haastte zich om den Keurvorst van Saksen bij te staan, doch sneuvelde in den slag bij Lützen tegen Wallenstein op den 16den November 1632.

Omtrent de omstandigheden van zijn dood waren de berigten aanvankelijk zeer verschillend. Men verhaalde, dat hij door sluipmoord gevallen was, en men betichtte van dit feit den hertog van Lauenburg, die kort te voren het Keizerlijk leger verlaten had, om in het Zweedsche te dienen, maar vervolgens de R. Katholieke godsdienst omhelsde en tot de Keizerlijken terugkeerde. Intusschen is het gebleken uit de brieven van ’s Konings page August von Leubelfing, die aan zijne zijde gewond werd, dat Gustaaf aan het hoofd der ruiterij te roekeloos voorwaarts snelde, tusschen de vijandelijke ruiters geraakte, door onderscheidene kogels getroffen werd, en van het paard zonk, waarna de kurassiers hem afmaakten zonder hem te kennen. Zijn bebloed harnas werd naar Weenen gebragt en is er ook thans nog aanwezig. Hij was gehuwd met de schoone Maria Eleonore, prinses nam Brandenburg. Zijne opregte vroomheid en verwonderlijke dapperheid, zijne regtvaardigheid en welwillendheid verheffen hem tot een der merkwaardigste figuren in de geschiedenis van zijn tijd.

Gustaaf III, geboren den 24sten Januarij 1745. Hij was de oudste zoon van hertog Adolf Friedrich von Holstein-Gottorp, later koning van Zweden, en van Louise Ulrike, eene zuster van Frederik II van Pruissen. Hij aanvaardde het bewind den 12den Februarij 1771, onderteekende de acte van 5 Maart 1772, welke het Koninklijk gezag nog meer beperkte, maar zocht zoo spoedig mogelijk den burger- en boerenstand benevens het leger aan zijne zijde te brengen, waarna hij de oude aristocratische constitutie door eene andere verving. In 1788 begon hij oorlog te voeren tegen Rusland, doch de vrede werd den 14den Augustus 1790 te Werela gesloten. Voorts poogde hij met Rusland en Oostenrijk een verbond tot stand te brengen ter bestrijding van de Fransche Revolutie. Inmiddels was de adel door de verandering der grondwet diep gekrenkt, en nadat deze op velerlei wijzen beproefd had, den Koning in zijne bewegingen te belemmeren, hadden eindelijk de graven Horn en Ribbing, de vrijheeren Bielke en Pechlin, de luitenant kolonel Liljehorn en anderen het voornemen opgevat, om hem van kant te maken. Nadat men reeds te Gefle, waar in 1792 de rijksdag gehouden was, een moordaanslag beproefd had, bood Ankerström, die persoonlijk op den Vorst gebeten was, zich aan tot werktuig der zaamgezworenen. Eene maskerade te Stokholm in den nacht van den 15den op den 16den Maart 1792 werd tot de uitvoering van het heilloos plan bestemd.

Hoewel de Koning kort vóór den aanvang van het bal gewaarschuwd was, ging hij tegen 11 uur met graaf Essen derwaarts, begaf zich eerst in eene loge en daarna in de zaal. Weldra zag hij zich door een aantal gemaskerden omringd, en terwijl een van hen (Horn) hem op den schouder klopte met de woorden „Goeden nacht, masker,” trof Ankerström hem van achteren met een doodelijk schot. Met kalmte regelde de ongelukkige Vorst zijne zaken, en overleed den 29sten Maart 1792. Hij was een belangstellend beoefenaar der letterkunde, en eene verzameling van zijne „Oeuvres politiques, littéraires et dramatiques” is door Dechaux in 5 deelen uitgegeven (1805). Zijne papieren, in kisten verzegeld en op de universiteitsboekerij te Upsala bewaard, mogten eerst na verloop van 50 jaar gelezen en openbaar gemaakt worden. Dit is geschied den 29sten Maart 1842 door professor Geijer, die daaruit veel belangrijks in 3 deelen (1843—1845) heeft in het licht gezonden.

Gustaaf IV Adolf, een zoon van den voorgaande. Hij was geboren den lsten November 1778 en werd de opvolger van zijn vader, — eerst onder de voogdijschap van zijn oom, den hertog van Südermanland, en in 1796 als zelfstandig koning. Hij was een verklaarde vijand van keizer Napoleon I, verbrak den 3den julij 1807 den wapenstilstand met Frankrijk, kwam wegens zijne toenadering tot Engeland in onmin met Rusland, zoodat hij Finland verloor, berokkende zich door zijne eigenzinnigheid ook de vijandschap van Engeland, en werd den 24sten Mei 1809 door eene zamenspanning gedwongen, om eene acte van afstand te teekenen, waarna de Rijksdag den lOden Mei hem en zijne erfgenamen vervallen verklaarde van den troon. Na dien tijd deed hij verre reizen, en woonde als „overste Gustafson" achtervolgens te Basel, Leipzig, Haarlem, Aken en St. Gallen. Hij overleed den 7den Februarij 1837, nalatende: „Memorial du colonel Gustafson (1829)”, — „Nouvelle considération sur la liberté illimitée de la presse (1833)”, — en „La Journée du 13 Mars 1809 (1835)”. — Zijn zoon Gustaaf, geboren den 9den November 1799, voert sedert den 5den Mei 1829 den titel van prins van Wasa en is gehuwd met prinses Louise (✝️ 19 Julij 1854), eene dochter van den groothertog van Baden. Zijne dochter, prinses Carola, is den 18den Julij 1853 in het huwelijk getreden met den kroonprins Albert van Saksen.