Guaijra (La), in de provincie Carácas der republiek Venezuéla op 10°36T5" N.B. en 69°26' W.L. van Parijs gelegen, is de havenstad van de naburige hoofdstad Caracas (zie aldaar). De kust vertoont zich aan dengene, die uit zee nadert, aldaar op eene treffende wijze. Op den achtergrond verheffen zich de hoogste toppen der Kust-Cordillera (Silla de Caracas en Monte Avilla) ter hoogte van 2500 Ned. el van Kaap Codera tot aan Kaap Blanca, en aan haren voet ontwaart men de daarvóór gelegene, met bosch begroeide, lagere bergen, die op sommige plaatsen steil, elders terrasvormig in zee afdalen en naauwelijks plaats overlaten voor eene kuststrook ter breedte van een paar honderd Ned. el. Hier verrijzen de huizen van La Guaijra, welke zich tot aan het met palmhoomen versierde vlek Maiquetia uitstrekken.
Boven de stad verheffen zich op den top van den Cerro Colorado de witte muren van een vervallen Spaansch kasteel. Men heeft in de stad twee lange, aan de kust evenwijdige straten, van welke de tweede veel hooger gelegen is dan de eerste, — benevens talrijke dwarsstraten. De huizen hebben er in den regel geene verdieping, en merkwaardige gebouwen zoekt men er te vergeefs. Toch heerscht er groote drukte in de straten, daar de stad eene van de 4 vrijhavens (Puertos habilitados) der Republiek is. Op de reede vindt men schepen van alle handeldrijvende natiën, en er zijn onderscheidene Duitsche en Engelsche handelshuizen. Het klimaat is er echter voor den Europeaan zeer gevaarlijk. De drukkende hitte, die er koorts en zwarte braking (vomito priéto) doet ontstaan, heeft aan deze kust den naam bezorgd van „el infierno de Venezuela (de Hel van Venezuéla)'’.