Gnesen, in het Poolsch Gniezno, is eene arrondissementshoofdstad in het district Bromberg der Pruissische provincie Posen en ligt 6 1/4 geogr. mijl ten oostnoordoosten van de stad Posen, aan de Wrzesnia tusschen heuvels en meren en telt, behalve ruim 1000 man garnizoen, ongeveer 10000 inwoners, van welke de helft Polen en een vierde Israëlieten zijn. Behalve eene Protestantsche Kerk en eene Synagoge, vindt men er 10 R. Katholieke kerken, en in eene van deze — de ouderwetsche hoofdkerk — wordt het gebeente van den heiligen Adalbert bewaard. Men houdt Gnesen voor de oudste stad van Polen; in de middeleeuwen was zij geruimen tijd de residentie der koningen, en tot in 1320 de plaats, waar de plegtigheid der krooning plaats had. Sedert het jaar 1000 is zij de zetel van een aartsbisschop, die als de eerste op den Rijksdag bij ontstentenis van den Koning met het rijksbestuur werd belast.
Ook nu nog voert de aartsbisschop van het groothertogdom Posen den titel van aartsbisschop van Gnesen en Posen, hoewel hij steeds te Posen zijn verblijf houdt. Nog altijd is te Gnesen een domkapittel, eene geestelijke regtbank en een seminarium. Vele inwoners houden zich aldaar bezig met het weven van laken en linnen. — Het arrondissement Gnesen telt op 231/3 geogr. mijl omstreeks 60000 inwoners.