Gresham (Sir Thomas), de stichter van de Beurs te Londen, geboren aldaar in 1519, ontving te Cambridge eene wetenschappelijke opleiding, legde zich toe op den handel en verwierf een groot vermogen. Op financieel gebied bewees hij groote diensten aan de koninginnen Maria en Elizabeth. Hij zorgde, dat de woeker afgeschaft en het geld voor leeningen ten behoeve des rijks binnen de grenzen des lands gevonden werd. Koningin Elizabeth verhief hem in 1559 tot ridder, en in zijne vorstelijk ingerigte woning ontving hij veelal de gasten van het Hof.
In 1566 deed hij, naar het modél der Beurs van Antwerpen, op eigen kosten een dergelijk gebouw te Londen verrijzen. Den 23sten Januarij 1570 gebruikte de Koningin bij Gresham het middagmaal en bezocht daarna de Beurs, die zij onder trompetgeschal met den naam van „Koninklijke Beurs” bestempelde. In 1666 werd deze trouwens eene prooi der vlammen, doch op grootere schaal in denzelfden trant weder opgebouwd, waarna zij in 1838 nogmaals af brandde. Toen is in 1842—1844 op dezelfde plaats de tegenwoordige Beurs gesticht en met het beeld van Gresham versierd. Laatstgenoemde overleed den 21sten November 1579, slechts eene onwettige dochter achterlatend.
Volgens zijne uiterste wilsbeschikking werd zijne woning in een wetenschappelijk collége herschapen, waaraan 7 leeraars werkzaam zouden wezen, daarvoor vrije woning en jaarlijks ieder 50 pond sterling genietende. Het werd in de 17de eeuw druk bezocht, maar geraakte later in verval. In 1768 kocht de regéring het huis van Gresham en verplaatste het collége naar de Beurs. Het honorarium der leeraars werd toen verdubbeld, en na den brand van 1838 heeft men aan het Gresham-collége een afzonderlijk gebouw bezorgd.
