Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gratiën

betekenis & definitie

Gratiën (de drie) of Charitinnen(Charites van het enkelvoud Charis) waren bij de Ouden goddelijke wezens, die de bevalligheid, schoonheid en vrolijkheid vertegenwoordigden en als dienaressen van Aphrodite (Venus) werden beschouwd.

Bij Homérus is haar aantal nog onbepaald en draagt de jongste den naam van Pasithea, terwijl Hesíodus er 3 vermeldt, namelijk Aglaia, Euphrósyne en Thalía, dochters van Zeus en Eurynome. De beeldende kunst heeft ze aanvankelijk gekleed en later naakt in eene bevallige groep voorgesteld. In het Louvre vindt men er eene, van de Villa Borghese afkomstig en in een rijk-geplooid gewaad gehuld, — voorts heeft men eene fraaije naakte marmeren groep der Gratiën, een overblijfsel der antieke kunst, in de bibliotheek der domsaeristie te Siéna. Tot de moderne kunstwerken, de Drie Gratiën voorstellende, behoort eene kleine schilderij van Rafaël, — voorts eene groep van Germain Pilon in het Louvre, — eene groep van Canova, — en eene van Thorwaldsen.