Gran, in het Hongaarsch Esztergom, een comitaat aan de Donau in het koningrijk Hongarije, heeft eene oppervlakte van nagenoeg 20 □ geogr. mijl, ligt langs de beide oevers van genoemde rivier en is een der kleinste, maar tevens een der vruchtbaarste comitaten des rijks.
De landerijen en boomgaarden leveren er een overvloed van voortbrengselen, — vooral wijn wordt er in aanmerkelijke hoeveelheid uitgevoerd. Men telt er ongeveer 75000 inwoners, van welke ⅘de tot de Hongaren en de overigen tot de Duitschers en Slawen behooren. Verreweg het meerendeel belijdt er de R. Katholieke godsdienst — De hoofstad van het comitaat is de Koninklijke vrijstad Gram,, op den regteroever van de Donau in een bevallig oord gelegen. Men verdeelt haar in de vrijstad, de bisschoppelijke stad en de St. Thomas-voorstad. In de eerstgenoemde 2 deelen heeft men aanzienlijke gebouwen, vooral fraaije kerken, en ruime pleinen.
Een sieraad van Gran is vooral de basilica, naar het modèl der St. Pieterskerk te Rome gebouwd, in 1821 begonnen en in 1856 voltooid. Zij is de prachtigste kerk van Hongarije en eene der schoonste van geheel Europa. Zij ligt op eene hoogte, is 112 Ned. el lang, 53 Ned. el breed en 20 Ned. el hoog, en boven het middelste gedeelte verheft zich een verbazend hooge koepel, waarvan het dak op zuilen rust. Daarenboven is deze kerk met fraaije fresco’s, met schilderijen in olieverw en met beeldhouwwerk versierd.
Gran is de zetel van een aartsbisschop, tevens primas van het koningrijk Hongarije en met vorstelijken rang bekleed. Ook zijn paleis, alsmede de paleizen der domheeren, het comitaatsgebouw en het stadhuis behooren er tot de aanzienlijke gebouwen. Men heeft er een seminarium, eene theologische school, een gymnasium, een Benedictijner en een Franciscaner klooster, en ongeveer 13000 inwoners.
De rivier Gran of Garam, bij de Ouden Granua, stroomt desgelijks in Hongarije. Zij ontspringt aan de zuidelijke helling van den Kralowa-Hola, spoedt zich in eene zuidwestelijke rigting door eene enge dalkloof, wendt zich langs Neusohl zuidwaarts, bereikt bij Leva de vlakte en stort bij Parkany, tegenover de stad Gran, zich uit in de Donau. Zij heeft eene lengte van 32 geogr. mijl, eene ondiepe bedding en eene sterke helling, en is weinig geschikt voor de scheepvaart.