Goudt (Hendrik, graaf van), een verdienstelijk Nederlandsch schilder en graveur, werd geboren te Utrecht in 1586 en overleed aldaar omstreeks het jaar 1630.
Hij beoefende met gelukkig gevolg de teeken- en graveerkunst, reisde naar Rome, waar hij met onderscheidene Nederlandsche kunstenaars omging, en verleende er bijstand aan Adam Elsheimer, die voor schulden in de gevangenis was geworpen.
Hij kocht van dezen eenige stukjes voor hoogen prijs en graveerde er 7 van. Op meesterlijke wijze wist hij het sterke licht-effect van dien meester terug te geven. Weldra keerde hij naar Utrecht terug, waar eene hartstogtelijke toegenegenheid hem tot verstandsverbijstering bragt.
Zijne gravures zijn zeldzaam en hebben eene hooge waarde. Daartoe behooren: „Tobias met den Engel (1626)”, — „De onthoofding van Johannes de Dooper”, — een landschap (zonder figuren), — „De vlugt naar Egypte (maanlicht)”, — „Philémon en Baucis”, — en „Ceres, hare dochter zoekende.”